Zondag 46 - Leer God kennen als je Vader

Preek zondag 46, 27 november 2022 - ‘Leer God kennen als je Vader!’

 

Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,

[#1] Via het gebed, tijdens het gebed, raak je verbonden met de hemel,

Ja, zelfs met je Vader in de hemel.

Het is soms lastig om je te richten op God. Om eerbiedig te zijn.

Met je ogen open, denkend aan andere dingen, bezig met wat straks komt.

Als je de hele dag al op school of op je werk geweest bent of druk met van alles en nog wat.

Heb je echt in de gaten dat je bij God in de hemel aanklopt, dat je binnenloopt in zijn heiligdom?

 

Aan de andere kant was ik laatst ook ergens, en ging de dominee bidden.  

Een eerbiedige stem, een stem met liefde voor God, een stem waarin hij God:

Heilig, almachtig en groot noemde. ‘We naderen voor uw grootheid, uw heiligheid’.

We durven bijna niet te naderen, maar wat is het fijn dat we door Jezus toch u Vader noemen.

Dit was niet oneerbiedig, dit was juist heel eerbiedig: met schroom naderde hij tot God.

 

Wanneer de leerlingen graag willen leren bidden, dan zegt Jezus: begin maar gewoon.

Ga maar gewoon bidden, breng het maar gewoon in de praktijk en noem God maar ‘Onze Vader’.

Niet een ongrijpbare God, geen dure titels, niet een oom, niet een vriend, maar een Vader.

Een Vader die zijn kinderen kent, die weet wat hen bezig houdt.

Voor wie je niet bang hoeft te zijn, maar die je begrijpt en kent.

Zoals Karsten een vader is voor Lias, en met liefde voor hem wil zorgen.

Of zoals Zwanet een moeder is voor Lias: ze heeft hem negen maanden gedragen.

Zou ooit een vrouw haar kind vergeten, dat ze bij zich droeg?

Zo mag je bij God denken aan een Vader: God die geen man of vrouw is,

maar met de liefde van een ouder voor zijn kinderen op jou betrokken is.

[En dan te bedenken dat een vader of moeder je kan verlaten, zegt psalm 27, maar God de vader verlaat ons nooit]

 

Denk daarom aan God als Vader, zoals we dat net ook bij de doop gehoord hebben.

In Romeinen 8 heeft Paulus net uitgelegd, dat we door Jezus kinderen van God zijn.

De weg naar God is open, Hij ziet jou als zijn eigen zoon of dochter.

Hij heet je welkom: en door de Heilige Geest mag je hem dan ook Abba, Vader noemen.

Dat we God vader noemen, daarin klinkt al gelijk het werk van de Zoon en Geest doorheen.

[Als een zoon of dochter een beroep doet op het gemoed van de vader of moeder, dan kun je dat alleen vanuit je ouder geval al niet weigeren. Zo wil God dat niet doen!]  

 

Hopelijk helpt dat om te gaan bidden, om vaker te gaan bidden.

Het begin is moeilijk. Je hoofd zit misschien vol met van alles en nog wat.

Je moet nog van alles regelen en doen, en als moeder of vader kom je soms tijd tekort.

Appjes, sites, afspraken, ze vullen je hoofd en het lukt niet om je te concentreren.

Verdriet, gemis, ziekte, vragen, pijn ze kunnen maken dat je het moeilijk vindt iets te vragen.

Maar denk dan maar aan deze woorden van Jezus: bid het Onze Vader.

Stel je God maar voor als een Vader, als een God die hoort.

Een goede vader die je ziet, op jouw plek, in jouw leven, op jouw tijd, met jouw vragen.

Het hoeft geen schitterend gebed te zijn, waarvan anderen onder de indruk komen.

Nee, ga juist naar je binnenkamer, zegt Jezus, sluit je af.

Kies een plek waar je rustig kan bidden, alleen kan zijn met God, waar je stil kunt worden.

Misschien is het wel een vaste plek waar je kan zitten.

Probeer ook figuurlijk de deur dicht te doen: even alles wat afleidt, wat je kan storen, weg te doen.

Stil te worden woorden voor God en je dan te richten op God als Vader.

 

[#2] Het valt me op dat voor veel mensen het lastig is om persoonlijk te bidden.

Vraag je het na aan mensen in je omgeving, dan proef ik soms een stuk lauwheid.

Gelukkig hebben we de vaste momenten, drie keer per dag bij het eten, ’s avonds voor het slapen.

Maar om zelf ook tijd te maken om naar God te gaan, komt er vaak niet van.

Het betekent dat sommigen zelf helemaal niet bidden. Hoe vaak bid jij persoonlijk tot God?

Iemand zei, dat weet je alleen zelf, of de deur die je achter je dicht doet die ziet hoe vaak het gebeurt.

God weet het. Ken je God dan wel, als je straks bij Hem komt?

Of heb je Hem dan nog nooit persoonlijk gesproken?

 

Niet voor niets leert Jezus bidden “Onze Vader”. Hij zelf kan zeggen, mijn Vader.

Zo spreekt Hij soms tot zijn Vader, Mijn Vader die in de hemel is.

Maar als wij bidden is dat altijd “Onze”. Omdat Christus Gods zoon is, zijn wij ook Gods kinderen.

We bidden het met Hem, maar ook met elkaar, als gemeente.

Alleen door Hem kunnen we tot God komen, alleen met Hem kunnen we bidden.

Juist in de kerkdienst, bij de doop en bij het avondmaal willen we dicht bij God zijn.

We zijn gemeente, met elkaar verbonden, aan elkaar gegeven.

Als er iets is willen we juist samen voor Gods troon gaan en voorbede en dankzegging doen.

Laten we niet aarzelen om samen te bidden in de kerk, want God is ‘onze’ Vader.

Of je nu alleen woont, met z’n tweeën of met nog meer mensen in huis:

We bidden met elkaar in de kerk tot Onze Vader, die ons allemaal kent. In het gebed verbonden.

Wanneer jullie hier bij de doopvont stonden dan mag de naam van Vader, Zoon en HG klinken.

Dan mogen we bidden tot die God, juist als gemeente willen samen bidden.

En wat een taak en uitdaging om dan je kinderen ook te leren bidden.

De handjes te doen vouwen en te zeggen: ‘Here zegen dit eten’.

Maar als ze daarmee stoppen, begint het juist. Neem je ze dan mee naar de kerk?

Spreek je er dan over door hoe ze zelf bidden aan het eind van de dag.

Stimuleer je het onderwijs van de kerk, ook het gebedsonderwijs en praat je erover door?

 

Ja, het persoonlijk gebed is belangrijk: dat je zelf God leert kennen en praat.

Maar God is toch allereerst Onze Vader: we willen samen bidden.

[luister ook goed naar deze woorden: Stel dat twee van jullie samen bidden om iets hier op aarde. Dan zal mijn hemelse Vader zorgen dat het gebeurt, wat het ook is. 18:19]

Maar dan mag je juist weten: bidden doe je samen, met en voor elkaar.  

Het gebed van iemand die door ziekte niet naar kerk kan, mag zijn:

Geef dat ik spoedig weer naar de kerk kan om samen te bidden, te vieren.

Het avondmaal te vieren, bij de doop te zijn: Zoals de dichter van Psalm 84:

Hij spreekt met liefde over Gods huis, wat nu Gods gemeente is: Wat hou ik van uw huis!

Wat denk ik terug aan dat we met elkaar op weg gingen, een feestvierende menigte!

Het persoonlijke gebed richt is zich altijd op de gemeente, op elkaar.

Door samen te bidden, door voor elkaar te bidden, door met elkaar God te prijzen.

 

[#3] Tenslotte, God is Vader, Hij is Onze Vader, en Hij is de Vader in de hemel.

De catechismus geeft aan: het geeft aan dat je niet klein van God moet denken.

Een aardse Vader kan niet alles, maar God is veel machtiger. Hij is in de hemel!

Tegelijk als je denkt aan de hemel, dan denk je ook aan de hemelvaart.

Jezus is vanaf de Olijfberg naar de hemel gegaan. Hij is degenen die bij God is.

Jezus zegt: ik ga van hier naar uw God en uw Vader.

En als hij dan gegaan is geeft Hij zijn Heilige Geest.

 

De Heilige Geest zorgt ervoor dat ons gebed bij God komt.

Daarom lazen we de tekst uit Romeinen 8.

Soms weten we niet wat we moeten bidden.

We kunnen allerlei moeite en vervolging, verdrukking meemaken.

We kunnen zorgen hebben over deze tijd, over kinderen en kleinkinderen.

We kunnen verlangen naar meer geloof en meer standvastigheid.

We zien hoe de kerk verdrukt kan worden en het geloof klein.

Angsten kunnen je aanvliegen, de drukte je vastgrijpen, de welvaart je verstikken:

Vindt ik dan wel woorden, vind ik wel rust in mijn hart, zijn er niet teveel vragen en boosheid?

Maar dan zegt Paulus, als wij niet weten wat we moeten zeggen: weet dan dat Heilige Geest je helpt.

Paulus gebruikt een woord voor een zware last opdragen.

Stel er is een zware last, die zwaar op drukt:

Die je blokkeert. Stel je voor een boom die de weg blokkeert.

Hij is degenen die als het ware tegenover ons staat en mee tilt.

Soms vindt je geen woorden: maar als het meer uit zuchten dan uit woorden bestaat, meer uit zwijgen in Gods nabijheid: dan geeft de Geest er woorden aan. Dan maakt hij jouw gebed af.

Zo doet de Geest dat hier. Wij kunnen niet gaan kijken hoe hij het voor ons doet.

We zullen zelf ook in actie moeten komen, de handen moeten vouwen,

Maar dan is het de Geest die meetilt, die het voor ons draagt.

Die ons zuchten, ons stil zijn, onze vraag, ons aanwezig zijn voor God volmaakt.

Ook als je een beperking hebt, of als het lastig is om te bidden, zoals voor Sofie:

Door de Geest mag je, soms ook zonder woorden met God verbonden zijn.

Hij brengt het helemaal naar de vader, als een volmaakt gebed.

Als God voor ons is, zal hij ons dan ook niet alle dingen schenken?

[Nee, geen schadelijke of onnuttige dingen. En soms vraagt God ook geduld,

Als de vruchten nog niet rijp zijn, vraagt Hij geduld om te wachten tot ze rijp zijn]

[U bent verbonden met Christus, wat kan u scheiden van zijn liefde?

Dood of leven, honger of vervolging, het zwaar? Machten of krachten?]

 

Waar je ook bent, wat je ook meedraagt, hoe oud je ook bent.

De Heilige Geest wil je helpen en je gebed volmaakt maken.

Hij is het die het via de Zoon in de hemel, naar de Vader in de hemel brengt.

Zo kan er een relatie zijn tussen God en zijn kerk, en de gelovigen persoonlijk.

Dan mogen we zeker zijn dat we aan hem verbonden onderweg mogen zijn.

[we zijn God de eer schuldig? Waarom zo dwaas? Is hij niet uw vader, hij schiep u, riep u tot leven (deut 32:6). Een zoon eert zijn vader, maar als ik jullie vader ben, waar is dan jullie eerbied voor mij? (Mal 1).  

Onderweg naar de ontmoeting met Jezus:

Zodat zichtbaar wordt dat we zonen en dochters van God zijn.

Wil jij, wilt u, zo als zoon als dochter van God door het leven gaan,

en straks zo door Hem gekend worden? Amen