Zondag 45 - Van harte geloven betekent van harte bidden!
Jakobus 5:13-20 / Zondag 45
Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,
[Dia] Hoe gaat het met de relaties en vriendschappen die je hebt?
Heb je ook wel eens dat een relatie stroef loopt?
Dat er misverstanden zijn, dat je elkaar niet begrijpt en dat er afstand komt?
Dan kan er verkilling komen, of dat je dingen maar niet uitspreekt.
Soms kan dat langer duren. Wat een pijn en verdriet kun je daar dan van hebben.
Ik hoorde laatst van een echtpaar dat soms wel drie dagen eigenlijk niets tegen elkaar zeiden: ze deden alsof ze lucht voor elkaar waren. Er kon geen vriendelijk woord vanaf.
Wat is het lastig als je niet verbonden bent met internet.
Je kunt zomaar in de stress raken als je offline bent.
Hoe moeten mijn vrienden mij nu bereiken.
Je vraagt je af of je niets mist, je krijgt last van FOMO: Fear of Missing Out.
Ik kan niet chatten en niets delen.
Wat kan het soms lastig zijn als iemand je niet kan bereiken, omdat je off-line bent.
Als we vandaag nadenken over het gebed, is de vraag hoe je connectie met God is.
Het kan gebeuren dat je zomaar een tijdje niet bidt.
Zomaar stil bent tegenover God.
Het gebed maakt het mogelijk om tot God te komen, om je hart voor Hem uit te storten. Bidden is de meest intieme en persoonlijke manier om je verbonden te weten met God. Bidden komt als het goed is uit je hart, uit je binnenste.
Van harte geloven betekent van harte bidden!
1. Heb je het moeilijk, ga bidden.
2. Ben je blij, ga zingen.
3. Ben je zelf zwak, laat een ander bidden.
4. Want God hoort het gebed!
1. Heb je het moeilijk, ga bidden!
Jezus is opgestaan, Hi si de levende Heer!
Maria van Magdala ontmoette hem bij het graf.
Maar Jezus geeft aan: houd me niet vast!
Ik moet nog opstijgen naar mijn Vader, die ook jullie Vader is.
Het is nog niet zolang, nadat de Here Jezus naar de hemel is gegaan, als Jakobus de halfbroer van Jezus zijn brief schrijft. Hij noemt in zijn brief verschillende keren het gebed, Hij begint ermee en Hij eindigt ermee.
Jakobus had iets gehoord van de Joden.
Ze hadden het erg moeilijk omdat ze christen waren: en ze hadden hun vragen. Waarom moeten zij het nu zo moeilijk hebben, dat ze de spanning van ziekte meemaken; dat mensen in de gemeente het niet met elkaar eens zijn en zichzelf belangrijk vinden. Dat er zoiets ergs over de ander gezegd kan worden. En ze hadden het aan Jakobus de broer van Jezus gevraagd: Waarom? Waarom?
Hij zal zelf voor de mensen gebeden hebben, maar hij schrijft ook deze felle, pittige brief aan ze terug.
Let op wat je zegt; bidt wel goed!; bidt niet vanuit je eigen verlangens. Aan het eind vat hij in drie punten samen wat hij wil zeggen: Als een van u het moeilijk heeft, laat hij bidden.
Hij gebruikt daarbij een woord waarin iets naar voren komt: het ongeluk overkomt je.
Je kiest er niet zelf voor, maar het leven gaat zo dat het als het ware over je heen komt. Het kan dan een ziekte zijn waar je mee te maken krijgt, het kan zijn dat je te maken krijgt met laster van mensen omdat je christen bent, misschien ben je in rouw gedompeld. Het kan zomaar gebeuren dat je op zulk soort momenten, je niet snapt wat de bedoeling is. Je los voelt komen staan van God. Dat er meer vragen zijn dan antwoorden. De het lijkt of God niet te bereiken is, dat de relatie met God stroef gaat lopen.
Nu kun je er dan voor kiezen om gewoon door te leven. Het leven nemen zoals het is en komt. Om stil te blijven in je relatie met God, off line te blijven. Maar Jacobus wijst dan een andere richting aan. Hij zegt: Laat hij bidden. Dat betekent dat je vanuit de situatie van verdriet, van leed, je richt op God.
Misschien een kreet, een noodgebed.
Misschien een nachtenlange worsteling met God in je bed:
maar dat je wel naar Hem toegaat.
Hij die de grond is van je bestaan, die de weg van je leven weet.
Ga maar naar Hem toe, leg je moeite hem voor: vraag of Hij je niet alleen laat.
Want dat is iets wat heel centraal is in het gebed.
Wat ik ook vaak merk dat in ieder geval een plek krijgt in het gebed:
of de Here dichtbij wil zijn, wil zorgen, nabij wil zijn.
Zoals de Herder uit Ps 23, of zoals zondag 1 het omschrijft:
God is beschermt en bewaart ons.
Misschien zit jij net ook wel in een situatie dat je zegt: Here, waarom moet dit mij nu overkomen. Of waarom moet mijn vriendschap, relatie nu zo stroef lopen. Neemt de ander niet op als ik hem bel. Dan wil de levende Heer je bij de hand pakken: Hij zegt: Ik naar je toe. Ik heb mijzelf gegeven. Kijk maar goed wie ik ben. Ik ben die ik ben, ik kom in de Bijbel naar je toe. En bid maar: vertel mij maar wat je is overkomen; tegen welke muur je oploopt; bid maar met heel je hart. Jezus zegt: bidden is noodzakelijk. Geef niet op! Ik wil niets liever dan dat nu ik zoveel voor je gedaan heb, jij ook die relatie van jou kant open laat. Niet alleen op de vaste momenten: maar ook als dat vervelende bericht binnenkomt, als je niet weet wat je tegen een ander moet zeggen, als de dingen je teveel worden: sluit je ogen, of bidt desnoods met ogen open. In de auto, achter je computer, op je werk … bid!
2. Ben je blij, ga zingen!
[is hij vrolijk, laat hij een loflied zingen] Alles wat in je hart leeft mag je bij God brengen. Dus niet alleen als je het even niet meer ziet zitten, maar ook als er hele mooie dingen gebeuren in je leven. Als je blij bent: als er een glimlach op je gezicht komt. Bijvoorbeeld om dat mooi cijfer, om die goede contacten die je met andere mensen hebt, op die opluchting die je hebt. Om het jubileum dat je viert. Opvallend is dan dat Jakobus hier voor het woord bidden, een woord gebruikt dat meer richting zingen gaat. Als je blij bent, zing het dan maar uit!
Wie blij is, die wil dat uiten. Die zet het misschien op facebook of insta.
Maar dat mag je dan ook uiten naar God toe, en wat is er dan mooier om te zingen. Een lied of een psalm waar je de Here mee prijst.
Als het moeilijk is ga je misschien wel snel naar God. Als je blij bent, ligt dat soms wat moeilijker. Het goede neem je makkelijk aan. We leven in een land waarin we veel gekregen hebben: een dak boven ons hoofd, eten, vrede. Zou dat eraan bijdragen dat er minder gebeden wordt?
Luther heeft wel eens gezegd: wie zingt, die bidt dubbel!
Je zou ook kunnen zeggen: de aansporing om te bidden juist als je blij bent, komt ook dubbel op je af.
Misschien vindt je zo’n oproep wel raar.
Zingen vind je misschien eng. Dat komt om dat zingen zoveel van je hart laat zien.
Maar doe het maar: als je blij bent met de dag, als je de vogels hoort fluiten en geniet van het mooie weer: kies een mooi lied.
Als je gelukkig bent met anderen, zet samen de lof op de Here in.
Alleen als je bidt, zingt, tijd neemt om met je hart naar de Here te gaan, kun je geloven. Geloven doe je met heel je hart, ziel en verstand. Heel je persoon. Wie van harte geloof, die opent zijn hart voor God. Die deelt met elkaar het gevoel van het geloof. Die richt zich van harte en zonder ophouden tot God. Zo wil God je leven zin geven en wil Hij geprezen zijn. Zo willen we ook in deze dienst juist rondom het gebed, onze blijdschap aan de Heer uiten!
3. Ben je zelf zwak, laat een ander bidden!
Als je relatie, je vriendschap met iemand stroef loopt, wat is er belangrijker dan te praten. Dan elkaar weer op te zoeken en uit te spreken wat je bezig houdt. Om je hart voor elkaar te openen. Zo mag je dat naar God doen, als je blij bent of verdrietig.
Maar soms kom je er alleen niet uit, soms voel je jezelf zwak. Heb je geen kracht meer om verder te gaan. Wat is het dan mooi dat God ook mensen om je heen geeft. Als je geen kracht hebt om er zelf uit te komen in je huwelijk, schakel de hulp van anderen. Zo is dat ook met het gebed: zoek hulp als je merkt dat je geestelijk droogstaat; als je weinig van God ervaart.
Jakobus zegt: als je ziek is, als iemand zwak is, laat hij dan de oudsten van de gemeente bij zich roepen. En wat moeten zij dan doen? Bidden! Juist zij mogen dan dus luisteren naar wat de moeite is, en in het gebed bij de Here neerleggen. Het lukt je zelf soms niet meer, je voelt je zwak, je bent zo in spanning voor de ziekte die je hebt. En natuurlijk hoop ik dat je ook zegt: nu pak ik de telefoon en bel de dokter. Maar God wijst ook de weg naar de gemeente aan: bel je diaken, je ouderling of dominee maar op. Als je ziek of zwak bent, als je er zelf niet uitkomt. Laat hem dan bidden.
En wat is het mooi dat er dan staat: laat hij je met olie zalven. De zalving was in het Oude Testament het teken dat God in je ging werken. De olie was een teken van de Heilige Geest die in je hart komt. Juist door het gebed wil God je weer zijn heilige Geest geven. Waar je je eigen zwakheid voelt, wil hij je met zijn kracht vullen. Olie lijkt misschien onbelangrijk: een beetje olie in de motor, of olie op je ketting. Maar als de olie ontbreekt kan een ingewikkelde machine zomaar stroef komen te lopen, of uiteindelijk stil komen te staan. Olie is het teken dat God met zijn Geest in je wil wonen en werken. Je zou het kunnen gebruiken bij een zieke. Vergelijk met het met een zichtbaar teken zoals brood en wijn bij het avondmaal.
Zo is het ook belangrijk om ook samen te bidden. Niet omdat we thuis niet zouden kunnen bidden. Nee: we kunnen ook thuis samen eten, bijbel lezen, op vereniging over God spreken, een inleiding maken. Niet omdat het gebed in de gemeente meer zou zijn, maar omdat Christus ons heeft leren bidden: Onze Vader. Juist daar waar mensen samen zijn in Gods naam, in de eredienst, daar is Christus ook als voorbidder voor zijn gemeente aanwezig, bidden we ook met elkaar en voor elkaar. Daar wordt de gemeente zichtbaar. Als gemeente bidden we voor de zieken, voor degenen die moeite hebben. Als gemeente staan we in gebed om elkaar heen. Vanuit dat gebed ga je dan ook weer de nieuwe week in. Zullen de ouderlingen, de diakenen en de dominee op bezoek gaan die in het bijzonder blijdschap of aandacht nodig hebben.
4. Want God hoort het gebed!
Maar dan zijn we er nog niet: George Muller, die in zijn schriftjes wel 50.000 manieren opgeschreven heeft van verhoorde gebeden zegt: ‘Het is niet genoeg om te beginnen met bidden; om juist te bidden; Het is ook nodig om met geduld te bidden, om te blijven bidden, om van harte te bidden, totdat je ziet hoe God antwoordt op je gebed.
Jakobus zegt: Het gelovige gebed zal de zieke redden en de Heer zal hem laten opstaan. Wanneer hij gezondigd heeft, zal het hem vergeven worden.
God belooft dat hij ons gebed verhoort. Daarvoor wijst hij op de profeten: Elia een mens zoals wij, bad en hij werd verhoord. Het was 3,5 jaar droog in het land. 3,5 jaar groeide er niets. En toen hij weer bad begon het te regenen. Net hiervoor heeft hij op Job gewezen: hoe standvastig Job was, toen het hem goed ging, maar juist ook niet het moeilijk ging. Hij was niet tevreden met de makkelijke antwoorden, maar bleef bidden tot God. Uiteindelijk gaf de Heer uitkomst: Hij is immers liefdevol en barmhartig! (5:12)
We weten wel dat niet iedereen genezen wordt, dat heeft ook te maken dat we niet meer in de apostolische tijd leven, maar het gebed is er niet minder belangrijk om. Jakobus wil met name de kracht van het gebed aanwijzen. Dat is krachtig, niet door de herhaling, maar omdat God er kracht aan verleent. Hij luistert naar de gebeden. Hij hoort ze: God went zich niet af, God zal nooit off-line gaan. Christus is verlaten: zodat jij nooit meer door God verlaten zult worden. Maar Hij verhoort ze op die manier zoals uiteindelijk goed is in zijn plan. Je mag je opgenomen weten door Hem. Christus heeft zijn eigen bloed en leven voor je gegeven, zou God dan ook niet alles voor ons doen meewerken ten goede? Hoe moeilijk die weg voor ons ook kan zijn. Hoeveel Jobsgeduld dat ook kan vragen.
Want de kern van alles, en daar komt Jakobus ook bij uit: is de vergeving van de zonden. God wil zijn genade geven, aan wie hem bidden. Een genade die daarin bestaat dat Hij niet meer aan de zonden wil denken. Hij wil de zonde wegdoen. Zo mag je op God vertrouwen.
Zo mag je bidden in de zekerheid van de verhoring [Elia]. Bidden is geen spreken in de ruimte, maar is een spreken tot God. God die in de bijbel zelf zegt dat Hij wil luisteren. Dat ligt niet in onszelf, maar je mag je gebed afsluiten met het ‘om Jezus wil’. Dat betekent niet: ik bid dit allemaal en als Jezus het wil moet het ook doorgaan. Nee: je bidt dat in Jezus naam. De Here Jezus heeft de toegang tot de Vader geopend. Hij gaat voor ons uit, doet voorbede bij de Vader. Daarom mag je zeker weten dat wie bidt, zoals Christus dat geleerd heeft, om zijn wil, om zijn offer aan het kruis gebracht, zeker verhoord zal worden. Bidden is vol van de belofte: God belooft ons te verhoren en op die belofte mag je pleiten. Zo wil Hij met jou verbonden blijven! Amen!
Recente preken
- Zondag 48 - ‘Is Jezus er wel? Bid om zijn koninkrijk in een gebroken wereld!’
- Jeremia 1 - Geroepen om tot zegen te zijn!
- Efeze 5:8 - Met Gods zoon naar een leven stralend als de zon!
- Handelingen 9:17 - Laat het licht van God in je leven schijnen!
- Titus 3:8 - Gods goedheid spoort je aan, vol van hoop, het goede te doen!
- Jozua 1 - God belooft dat Hij meegaat! (nieuwjaar)
- Titus 2 - Gods genade is verschenen en zal schijnen. Schijn nu Gods licht!
- Hosea 11:8b - Proef de liefde van Gods vaderhart
- Jesaja 40:1,2 Genade, een cadeau van God, voor jou en zelfs voor mij! (1e advent)
- 1 Korinte 15:55 - Dood waar is je overwinning? Dood waar is je angel?
