Zondag 39 - Wat is het doel van de opvoeding?
Preek Heemse, 28 april 2024
HC zondag 39 ‘Toon eerbied voor uw vader en uw moeder’; Spreuken 19:18-27; 23:15-28
Geliefde gemeente,
[#1] Wat een bijzonder moment is het. Daar sta je dan.
Je hebt als jong stel begrepen dat je vader of moeder wordt.
Maar dan kom je bij de verloskundige en je hoort het hartje kloppen.
Je ziet de eerste echo: dit is jullie kindje. Later wordt het geboren:
Wat gaat er dan door je heen als je een paar maanden later het kindje in je handen hebt?
Welke toekomst zie je weggelegd voor dit kindje?
Waar zou je graag willen dat dit kindje straks uit zal komen, als het volwassen is?
Welk doel heb je bij de opvoeding van je zoon of dochter?
Je krijgt geen handleiding; je krijgt geen instructie;
Barack Obama zei: Iedere gek kan een kind krijgen. Maar dat maakt hem nog geen vader!
Vader (of moeder) wordt je als je je kind op gaat voeden!
Het is belangrijk om heel bewust over die rol en taak na te denken.
Niet iedereen zal dit meemaken of heeft dit meegemaakt, dat kan soms pijn doen.
Preken over dit onderwerp kan zo gevoelig zijn, als pijn, gemis of onvervulde verlangens zijn.
God kent je daarin.
Ik hoop dat je wat ik meegeef ook kan betrekken op je plek tussen andere mensen. Binnen de gemeente, maatschappij, of waar God je ook plaatst
[#2] Ook vanuit jou als kind kan het een moeilijk onderwerp zijn, dat aan de orde is.
Want op een gegeven moment word je je bewust van de ouders die je hebt.
Je hebt ze niet uitgekozen. Ze zijn je gegeven. Het is Gods leiding en zorg voor jou.
Je komt bij vriendjes die andere ouders hebben, je ziet hun eigenaardigheden.
Dan kun je heel blij zijn met de geweldige ouders die je hebt!
Laatst zei nog iemand: ik heb nooit zo heel speciaal een teken van God gehad,
Maar is niet het grootste wonder dat ik een gelovig gezin geboren ben?
Tegelijk: Je loopt soms tegen fouten en tekorten van je ouders op. Als je terugkijkt:
Ze waren te streng, ze waren er niet, ze hadden geen aandacht, ze waren zelf gericht.
Ze waren bang voor wat anderen zouden vinden … om over erger maar te zwijgen.
Het kan ook zijn dat één van de ouders of beiden er niet waren, of dat je niet thuis kon opgroeien.
Door een scheiding of overlijden. Iets wat je leven getekend heeft.
Maar ook als ze er wel waren kan het lastig zijn om je goed tot je ouders te verhouden.
Om van ze los te komen. Om ze eerbied te blijven geven.
[#3] Vanmiddag willen we leren over ouders en kinderen, over kinderen en ouders.
We doen dat vanuit het boek Spreuken: een boek dat het leven kent als geen ander.
De dichter is niet door een cursus, maar door het leven zelf, wijs geworden.
Hij wil die wijsheid doorgeven aan anderen.
Wijsheid over hoe ouders en kinderen met elkaar omgaan, maar ook over het echte leven.
Allereerst staan daar aansporingen voor kinderen, wat we net lazen.
Luister naar raad, laat je terechtwijzen … zeg niet: hé boomer, je weet er niets van.
Het is verstandig om de adviezen van je ouders, die levenswijsheid hebben ter harte te nemen.
Ze zullen je soms corrigeren, terechtwijzen, zeggen dat iets niet kan.
Ze doen dat je om je te helpen de weg in het leven te vinden, om niet spoor kwijt te raken.
Wanneer ze doorgeven wat God leert, oefen je je in het gehoorzaam zijn van God.
Aan het begin vroeg ik: wat is het doel van de opvoeding.
Eigenlijk zie je heel duidelijk wat dan het doel van de opvoeding is.
Wat willen ze bereiken: dat je zelf wijs wordt. Ontzag voor de Heer krijgt.
Goede keuzes kan maken.
Gaat leren zien wat goed voor je is en wat niet. Uiteindelijk maakt dat je dan wijs.
Hopelijk is daar gesprek over, en dat kan alleen als je werkelijk op elkaar betrokken bent.
De grootste bedreiging door het internet is dat jongeren opgroeien in een schijnwereld.
Door alles wat er schittert en glanst op het internet. Hoeveel mensen delen wat real is:
ook dat slechte weer, file of ruzie tijdens de vakantie. Wie plaatst dat op internet?
Pas wanneer je echt in gesprek bent, als er momenten van echte aandacht voor elkaar.
Leer je het leven kennen: Deut. 6 zegt: wees met elkaar in gesprek, heb oog voor elkaar.
bij het opstaan en bij het slapen gaan, bij het weggaan en het thuiskomen.
Als je vader of je moeder je niet terecht wijst, staat er zelfs: dan leidt de weg tot de dood.
Hoofdstuk 23 maakt dat op een aangrijpende manier heel concreet:
Als je lui bent, dan breng je misschien wel je hand naar de schaal, iets op gang,
maar je maakt je werk niet af. Dan kom je er niet in het leven.
Drank is gezellig, maar pas op!, als je er steeds aan toegeeft, als je omgaat met dronkenlappen,
Als je constant naar feesten gaat en geen grenzen kent, loopt uiteindelijk als een zwerver rondt.
Dan spreekt Spreuken over hoeren en de vrouw van een ander.
Hij vergelijkt ze met een nauwe put, een valkuil: als je niet oppast val je er in.
Bega je een zonde … een waarschuwing die klonk in een wereld zonder internet,
Waar iedereen tegenwoordig met een paar klikken in die put kan vallen.
Maakt je vader, je moeder tijd om te praten over het leven.
Over hoe je je op school, stage en werk ontwikkelt tot een goed en wijs iemand?
Delen ze wel eens over hoe zelf met teleurstellingen en mislukkingen zijn omgegaan.
Hoe merk je dat ze zelf met de Heer willen leven, als ze gelovig zijn?
Het kan best zijn dat ze het lastig vinden om een goede vader of moeder te zijn,
Omdat ze zelf nooit met hun vader en moeder echt goed doorgesproken hebben.
Stel hen eens de vraag: wat heb je van je ouders geleerd?
Wat is het mooi als iemand zegt: wat ben ik blij dat mijn ouders de bijbel open deden,
mee meenamen naar de kerk. Dat heeft mij enorm geholpen dat ik nu mijn geloof belijd.
“Ik heb vooral geleerd dat ik mag vertrouwen op God,
dat ik weet waar ik met mijn vragen en zorgen heen mag gaan”.
[#4] Dat vraagt veel van ouders. Spreuken zegt dus, in vers 20:
Wijs je zoon/dochter terecht, dan is er hoop. Voorkom dat hij de dood vindt.
Hoe ver ga je in het waarschuwen en terechtwijzen?
Je maakt regels, je maakt afspraken, je wijst een weg. Dat is goed en geeft structuur.
Maar verlies nooit het doel ervan uit het oog. Het gaat om wat je wilt bereiken.
Je hebt bijvoorbeeld de afspraak: zolang je hier in huis woont ga je mee naar de kerk.
Of ik wil niet dat je met je vriend of vriendin op één kamer slaapt.
Maar … op een gegeven moment wordt iemand volwassen, maakt zelf keuzes.
Dan moet je niet verbitterd blijven, dan moet niet de band verbroken worden.
Het gaat erom dat je gericht blijft op de ander, in gesprek blijft.
Ook als een jongere een andere geloofskeus maakt … vertel gerust je pijn.
Maar wordt niet boos, dat heeft geen zin. Blijf niet verbitterd.
Dat is wat vers 20 bedoelt: geef leiding als ouders, zeker als kinderen jong zijn.
Geef leiding: Als je afspraken maakt over het uitgaan of mobiel gebruik >
Juist om het doel van je opvoeding te bereiken; dat iemand wijs wordt in het geloof.
Maar als ze ouder geworden zijn: dan spreek je op een andere manier met hen.
Dan heb je jouw deel van de opvoeding gedaan en moeten ze hun eigen weg vinden.
Ik las een boek van iemand die zelf bijna geen band met zijn vader had gehad.
Hij was naar een kostschool gegaan, want zijn vader wilde niet afgeleid worden.
Hij was zendeling en moest zijn tijd besteden voor God.
Daardoor was er nooit ruimte om over het leven te praten.
Over teleurstellingen, over seksualiteit, over het geloof.
Nu was hij zelf vader en had geen flauw idee: hoe moet ik dan doen?
Wie geeft mij daar aanwijzingen voor. Ik heb geen voorbeeld gehad.
Daarom schreef hij er een boek over: Hij wil als vader niet afwezig zijn.
Maar juist opvoeden, heel doelgericht, tijd en aandacht hebben. Ruimte voor gesprek.
Ik vroeg in een groep tijdens de laatste les van het jaar: wie vertrouw je het meest.
Door wie ben je afgelopen jaar het meest in je geloof gegroeid?
Wat was ik blij dat sommigen zeiden: mijn vader. Hij is voor mij een voorbeeld.
Samen praten we regelmatig over het leven en het geloof.
We lijken op elkaar en het is goed om van hem te leren.
De verhouding ouders – kinderen verandert als ze volwassen worden.
Mijn jongste zoon werd gisteren 18 jaar…
ik heb mijn vier zoons met vallen en opstaan gegeven wat ik wilde.
Ik kan het niet meer veranderen, ook niet mijn fouten.
Ik hoop dat ze mij die, en dat de Vader mij die wil vergeven.
Dat je zelf ook vanuit de genade je kinderen op mag voeden!
Soms kun je pijn voelen om je kinderen. Verdriet, gaat het je aan het hart.
Bedenk eens hoe God vader was. Zijn zoon hing aan het kruis.
Zijn zoon kent ons lijden, de Vader weet wat het is om een zoon te zien lijden.
Ook als er pijn en verdriet is over je kinderen, mag je weten dat God zijn zoon zag lijden.
Maar daardoor ook de weg open gemaakt heeft naar een nieuwe toekomst!
[#5] De verhouding kinderen verandert ook als ouderen oud en afhankelijk worden.
Spreuken zegt: Je vader heeft je verwekt, luister naar hem. Veracht je moeder niet als ze oud is.
Als zijn verstand hem verlaat heb dan begrip voor hem.
Een ouders is niet afgeschreven als hij niet goed meer functioneert.
Juist in een christelijke samenleving mag er vanuit die gedacht zorg voor ouderen zijn.
Het leven wordt niet beoordeeld op productiviteit, maar op dat we waardevol zin voor de Heer.
En als iemand zijn leven gewerkt heeft, mag er ook een soort sabbatstijd aanbreken.
Een tijd van ontvangen, van genieten, van bidden, van leven met God, van getuigen.
Als ze oud zijn mogen ze de zorg en eer ontvangen van een volgende generatie.
[#6] Ik ben me ervan bewust dat je veel tekort doet …
Er is zoveel gebrokenheid en gemis. Ouders zijn niet volmaakt.
Er gaat soms zoveel mis. Zeg dat als kinderen tegen God.
Maar vertel het ook door: aan een vertrouwenspersoon.
Als je je onmachtig voelt: deel het. Met je ambtsdrager, met vriendin, zoek hulp.
Het is een gebod met een zegen: Ik hoop dat je die zegen ook mag ervaren.
Dat het goed is als het geloofsgesprek gevoerd wordt.
Als er een gezonde verhouding is tussen ouders en kinderen.
Dat leidt uiteindelijk tot vrede. Een volmaakte vrede op de nieuwe wereld. Amen
Recente preken
- Zondag 48 - ‘Is Jezus er wel? Bid om zijn koninkrijk in een gebroken wereld!’
- Jeremia 1 - Geroepen om tot zegen te zijn!
- Efeze 5:8 - Met Gods zoon naar een leven stralend als de zon!
- Handelingen 9:17 - Laat het licht van God in je leven schijnen!
- Titus 3:8 - Gods goedheid spoort je aan, vol van hoop, het goede te doen!
- Jozua 1 - God belooft dat Hij meegaat! (nieuwjaar)
- Titus 2 - Gods genade is verschenen en zal schijnen. Schijn nu Gods licht!
- Hosea 11:8b - Proef de liefde van Gods vaderhart
- Jesaja 40:1,2 Genade, een cadeau van God, voor jou en zelfs voor mij! (1e advent)
- 1 Korinte 15:55 - Dood waar is je overwinning? Dood waar is je angel?
