Rom 7 - Leef een mooi leven! Niet door de regels, maar uit genade.

Preek Heemse, 4 februari 2022 – Keller 11 : Religie en het evangelie

Leef een mooi leven! Niet door de regels, maar uit genade.  

 

Geliefde gemeente,

[#1] Waarom zou je geloven? Waarom is het ‘redelijk’ om te geloven?

Waarom zou je geloven in Jezus Christus?

Deze zondagmiddag komen we bij een heel belangrijk punt.

Je zou kunnen zeggen: alle geloven zijn toch ongeveer hetzelfde.

Je probeert allemaal je best te doen, iets goeds voor g/God en de naaste te doen.

Maar Keller legt uit wat het verschil is tussen religie en geloof.

Tussen godsdienstig zijn, geloven dat er een God is en het evangelie.

Het leven met Jezus Christus, het leven uit genade.

 

Nu heb ik wel eens horen zeggen: poeh, weer een preek over genade.

Dat heb ik nu al zo vaak gehoord. Elke zondag komt het hierop neer.

Ik weet wel dat we het niet zelf kunnen verdienen en dag God zonden vergeeft.

Dat is de kern van mijn geloof, dat is waarom ik christen ben.

Maar mijn ervaring is dat ik met mijn verstand prima kan uitleggen wat genade is.

Christus heeft het voor mij verdiend, Hij heeft mij lief, Hij helpt mij, ik verdien het niet zelf.

Ik preek het op zondag, ik vraag er om … maar toch in de loop van de week …

Dan pak toch de touwtjes zelf in handen, loop ik tegen allemaal problemen aan,

voel ik me tekortschieten, wil ik me bewijzen, ben ik onzeker over mezelf.

Is er verdriet; ben ik druk; ben ik weer ondoordacht bezig en vergeet ik de genade …

Het zit zo diep in mijzelf mijn leven te maken en in handen te houden.

Dan heb ik het nodig om weer van de genade te horen.

Om opnieuw te gaan vertrouwen op de kracht van Gods genade.

Om mijn leven weer in Gods handen te leggen.

Alleen dan kan ik werkelijk mijn leven mooi en heilig maken voor God!

 

[#2] Het lukt niet zelf.

Wat is nu het verschil tussen het christendom en andere religies?

Dat is niet dat er regels zijn en dat je je leven mooi moet maken.

Dat heeft iedere godsdienst. We proberen met elkaar elkaar te helpen.

Maar … tegelijk heeft ook ieder mens deze ervaring die Paulus hier heeft.

Paulus zegt: ik wil het goede doen.

Innerlijk stem ik volledig in met wat God van mij vraagt in zijn wet.

Met mijn verstand weet ik wat goed is.

Maar ondertussen … als ik naar mijn daden kijk doe ik toch vaak wat anders.

Wat ik verlang, het goede laat ik na en het kwade, dat ik niet verlang doe ik.

Paulus begrijpt dat niet. Ik ontdek in mij die wet die zich aan mij opdringt.

Wie kan mij redden uit dit bestaan dat beheerst wordt door de dood (vs. 19-24).

Dat is iets wat ieder mens die naar de wet probeert te leven herkent.

Of je nu Joods bent, Moslim, Hindoe, Boeddhist, moderne Nederlander zonder God.

Er kunnen mooie dingen verteld worden over hoe je een goede vader of moeder bent,

Hoe je een goede werknemer bent, hoe je een goede man of vrouw bent.

Maar ik ben niet zo’n goede vader als ik weet dat ik zou kunnen zijn.

En in het huwelijk verlang je naar liefde en geluk,

maar hoe doe je dat als geen makkelijke partner hebt (of ben je zelf niet gemakkelijk?).

Je wilt aandacht voor de ander hebben, maar je bent toch op jezelf gericht.

Hoe vaak sta je ’s morgens op vol goede voornemens en is het toch een middelmatige dag.

 

Keller verwijst hiervoor naar een verhaal dat hij tegen kwam over Jykell en Hyde.

Eigenlijk zijn Jykell en Hyde dezelfde persoon. Hij merkte:

Ik wil het goed doen, maar dan is toch tegelijk het verkeerde aanwezig.

Wat zou het mooi zijn als ik gewoon een goed mens ben, maar ik ben gemengd.

Maar hij deed een uitvinding: hij vond een drankje uit, een bijzonder drankje!

Want weet je wet er gebeurde als hij dat drankje dronk?

Dan werden zijn goede en zijn slechte mens van elkaar gescheiden!

Hij zorgde ervoor dat dan ’s nachts de slechte mens er was, en overdag de goede.

En weet je wat er gebeurde? Overdag ging het goed, heel goed.

Maar ’s nachts kwam zijn verkeerde mens naar boven en hij schrok ervan.

Wat was hij ontzettend slecht! Hij was zo op zichzelf gericht. Alles draaide om hem.

Als hij het maar goed had! Hij was in zijn relatie, in zijn werk, in zijn contact met anderen gericht op zichzelf. Vol van egoïsme en eigenbelang. Hij kon dat vaak wel wat verbloemen of verbeteren, maar ten diepste draaide alles om zichzelf.

En toen hij de verkeerde ‘ik’ los had van het goede ‘ik’ ging het helemaal mis.

Hij werd gewelddadig, doodde zelfs mensen, liet zich leiden door zijn verkeerde ik.

Dit verhaal laat zo duidelijk zien wat de mens vanuit zichzelf is.

Wat Paulus hier over zichzelf zegt en wat de catechismus zegt: los van God, van nature zijn we geneigd om God en de naaste te haten.

Wat, naar men zegt, ook naar voren komt als je The Zone of Interest ziet:

Een nieuwe film over een Nazi commandant die bij Auschwitz woont.

Ik denk dat je als christen in de lijn van Paulus er eerlijk over kunt zijn:

We vallen onszelf vaak vies tegen, we zijn slechter dan we ooit hadden bedacht.

Door zo’n drankje zie je pas echt wat er mis is in deze wereld.

 

2. Met de wet kom je er niet …  

Maar gelukkig, er is de wet, er zijn de goede bedoelingen, onze goede dingen.

Elke morgen kunnen we weer opnieuw daarmee beginnen!
Het Joodse volk had de wet van God gekregen en probeerde goed te leven.

Paulus beschrijft in vers 2-4 hoe je getrouwd kunt zijn met de wet.

De wet die vertelt wat goed is en wat niet goed is.

Veel mensen die Jezus niet kennen, zijn getrouwd met de wet.

Ze maken van hun leven het beste. En trouwens veel christenen leven ook zo.

Ze denken: als we maar een beetje netjes leven komt het wel goed.

En inderdaad: dan kun je een heel eind komen.

Denk ook aan het boek van Rutger Bregman, de meeste mensen deugen.

Er zit ook veel goeds in mensen die zich willen houden aan regels.

 

Het mooie is dat Jykell en Hyde dat op een gegeven moment ook ontdekken.

Jykell was blij dat hij overdag goed werk kon doen, maar baalde zo van zijn slechte ik!
Hij wilde de twee niet langer van elkaar scheiden. Hij wilde gewoon goed zijn.

Hyde (die vaak in het verborgene leefde) moest weer een met hem worden.

Hij ging zijn best doen om zelf Jykell te onderdrukken.

Wat ging het goed en wat was hij tevreden!

Hij hielp andere mensen, hij was niet als mensen die alleen aan zichzelf dachten.

Maar dan gebeurt er wat ingrijpends: als hij in het park daarover nadenkt,

Dan komt denkt hij: wat ben ik eigenlijk goed. Zo leuk en zo aardig.

Maar … toen dacht hij verder. Wat ben ik eigenlijk walgelijk.

Ik denk dat ik beter ben dan anderen, maar ik doe het eigenlijk alleen voor mezelf.

Ik kijk naar andere mensen en zie dat ik beter ben en zij slechter.

Hij deed goede daden, maar hij miste de liefde. Hij was nog steeds niet goed bezig.

 

Eigenlijk is dat wat we gebeurt als we een huwelijk met de wet hebben.

De wet kijkt ons dan steeds aan en zegt: doe dit en dat, en je bent goed.

Dat is fout, dat is fout, dat is fout, en zorg ervoor dat je het niet doet.

Je voelt je constant beoordeeld. Een moeder die tegen haar kind zegt:

Dit mag niet, dat mag niet, zorgt voor een negatief zelfbeeld bij dat kind.

Of een kind dat heel gedwee in de paadjes loopt en bang is er naast te lopen.

Je wordt (in de ogen van de wet) niet beoordeeld op wie je bent, maar op wat je doet.

Wanneer de kerk, wanneer een religie betekent het houden van regels …

Je best doen om een plekje te verdienen, dan gaat het toch mis.

Uiteindelijk draait het dan om wat jij zelf doet en presteert.

Ben je afhankelijk van jouw prestaties en de beoordeling van anderen erover.

En kan het ook zomaar gebeuren dat je door je daden je neer gaat kijken op anderen.

 

3. Maar dan … Paulus wijst in zijn hoofdstuk aan dat we niet meer gebonden zijn aan de wet.

We zou niet meer getrouwd met de wet: want wanneer de man overlijdt, is het huwelijk voorbij. Zo is door de dood van Christus ons huwelijk met de wet voorbij.

Christus is gestorven voor onze zonden. Voor de Hyde in ons. Voor ons verkeerde ik.

Hij gaf zijn leven voor ons. Ook voor de Farizese hoogmoedige Jykell in ons.

En dan kan het wonder gebeuren! Wanneer je uitroept! Ik ellendig mens, wie zal mij redden?

Dat je uitroept: God zij gedankt, door Christus onze Heer.

Door genade ga je niet alleen ontdekken dat je zondiger bent dan je je ooit voor kan stellen,

Maar ook dat je meer geliefd bent dan je ooit gedacht had.

Nee dus niet … dat je eigenlijk toch beter bent dan je ooit gedacht hebt.

Dat is religie, dat is menselijk geloof. Maar dat je meer geliefd bent!

Je relatie is niet langer met de wet, die constant zegt: dit is wel en dat is niet goed.

Maar met Jezus Christus: die tegen je zegt dat Hij alles voor je over had!

Hij kijkt je aan in je gezicht en zegt: jij bent kostbaar, jij bent geliefd.

Als iemand tegen jou zegt, degene van wie houdt: ik hou van jou, wat ben je knap.

Dan kunnen duizend mensen wat anders zeggen, maar dan voel je diep in je die liefde.

Als je ziet dat Jezus alle liefde voor je over had, dan beschuldigd de zonde je niet meer.

Dan weet je je werkelijk een kind van God.

 

Misschien twijfel je of dit echt zo werkt. In ieder geval kan Jykell zijn leven niet aan.

Hij voelt zich zo slecht, dat het hem niet lukte om een goed mens te zijn door eigen inzet.

Victor Hugo heeft in zijn boek ‘Les Miserables’ een ander voorbeeld gegeven.

Daar is een slechte man, die zwerft in de kerk opgevangen. Hij heeft onderdak.

Maar wat doet hij? Hij steelt het zilver van de bisschop.

Als de politie erachter komt: vindt deze dat hij straf verdient.

Maar wat doet de bisschop: hij vergeeft hem.

Als die man door de wet beoordeeld was, daarmee ‘getrouwd’ was.

Was hij gewoon doorgegaan. Dan was er niets veranderd. Hij werd toch altijd beoordeeld.

Maar nu ontdekte hij de liefde: iemand kon hem vergeven, hij zag wat echte liefde was.

Het verandert zijn leven en vanaf nu probeert hij zo ook anderen te helpen!

 

Ik hoop dat je zo mag ontdekken wat Jezus liefde is. Hopelijk heb je daar niet steeds een week voor nodig. Dat je niet pas zondag bij het avondmaal weer ontdekt:

Wat bijzonder dat ik, ook al val ik mij zelf soms tegen, mag komen.

Dat ik niet moedeloos hoef te worden, maar dat ik mag weten: ik ben Gods eigen kind.

Ik hoop dat je het nu ontdekt en elke morgen met die gedacht mag wakker worden.

Uw genade is mij genoeg. Ik hoef mezelf niet te bewijzen, u hebt uw zelf bewezen voor mij.

Dat dat je met ware liefde mag vervullen. En dat dat werkelijk omgezet wordt in daden.

Welke liefde heb jij ontvangen? Hoe was dat?

Hoe zou je dit liefde weer door kunnen geven?

Amen.