Psalm 50 - Prijs God, want Hij heeft er recht op!

Preek Heemse / Zuidwolde,

Tekst: Psalm 50 – Laat uw naam geheiligd worden

 

Geliefde gemeente,

[#1] Breng God een dankoffer en doe wat je de Allerhoogste belooft!

Wie een dankoffer brengt geeft Mij alle eer! Twee aansporingen om God te prijzen en te loven.

Een opdracht om Hem te eren, zoals Jezus leert in het Onze Vader.  

Een nadrukkelijke oproep om Hem groot te maken.

Waarom wil God dat graag? Waarom leert Jezus dat in het Onze Vader?

Iemand die graag geprezen wil worden, vind ik niet altijd een goed voorbeeld.

Iemand die smacht naar complimenten, die moet horen dat hij of zij het goed heeft gedaan.

Dan heb je wel een heel groot ego, dan denk je wel erg goed over jezelf.

C.S. Lewis zegt: het doet me denken aan dictatoriale regimes.

Wanneer in Rusland, China of Noord Korea de machthebbers geprezen worden:

dan zorgen ze dat er grote groepen mensen staan te zingen en zwaaien met vlaggetjes,

die de staatsleiders dan de mooiste dingen toezingen en hem grootmaken.

Waarom is God er zo op gesteld dat we Hem groot maken? Heeft Hij dat nodig?

[#2] Bovendien zit er het gevaar in van: ik geef wat, ik prijs U, dan krijg ik wat terug.

Zoals er offers gebracht werden door de Romeinen en Grieken: Do ut des.

Als we maar trouw onze liederen zingen, als we God prijzen in ons gebed …

is dat dan om allereerst iets aan Hem te geven, of toch voor onszelf?

Misschien om dan rust te krijgen, dat Hij dan ook wel oog voor mij zal hebben?

Misschien als een stukje traditie, gewoonte, wat erbij hoort, als zekerheid.

Lofprijzen zit dan niet alleen in wat we zingen of zeggen:

Je kunt goede dingen doen, voor God, om anderen te helpen, om er iets voor te krijgen.

Is dat dan gericht op God, of zit er een verborgen agenda achter: is het eigenlijk voor jezelf?

Dat is goed om je af te vragen als je gaat werken in de kerk: anderen wilt helpen.

Voor wie doe je dat? Wat is uiteindelijk de reden, je stimulans, je motivatie?

Zelfs als we het avondmaal gaan vieren, kan er iets in zitten: ik doe dit voor God.

Ik laat zien dat ik Hem trouw ben. Dit is zoals ik het altijd gedaan heb.

Wanneer ik Hem zo mijn dank betaal, dan mag ik ook geloven dat Hij mij zal zien.

[#3] Wat kunnen we bij die vragen dan leren van Psalm 50?

Psalm 50 is een psalm die sterk lijkt op de woorden van de profeten.

Op een kritische manier steelt het het gedrag van het volk aan de orde.

De profeten die laten merken dat de mensen op een verkeerde manier bezig zijn.

Daarmee houden ze door de woorden van de Heer te spreken, je een spiegel voor.

Dat je eerlijk kijkt naar je leven: je gebedsleven, je goede daden, je prijzen van God.

De psalmist mag de woorden van God overbrengen, en ik hoop dat je vandaag ook hoort.

Niet om vervolgens verlamd en teleurgesteld in een hoekje te gaan zitten:

dat je door de kritische vragen het loven helemaal achterwege laat.

Maar dat je juist gestimuleerd wordt om in je gebed God echt te loven en te prijzen!

 

[#4] Waar wij misschien onszelf belangrijk vinden in God prijzen,

komt God naar voren als de grote de machtige. Er hoeft niets toegevoegd aan zijn glorie!

Kijk hoe Hij verschijnt. Uw naam worden geheiligd: God straalt al een en al heiligheid uit!

Hij is de God der goden, de hoogste Heer, verheven boven alles.

Hij is de HEER, JHWH: de God van het verbond, die zegt “Ik ben en Ik zal er zijn”

Hij spreekt voor heel de aarde: van waar de zon opgaat tot waar ze onder gaat.

Wat een almacht, wereldwijd. Hij verschijnt in storm en vuur! Laaiend vuur gaat voor Hem uit.

Hij gaat spreken tot zijn volk. Het volk dat aan Hem verbonden is.

Hij is een en al heerlijkheid en gerechtigheid.

Wie dit zo leest, die ziet al hoe heilig en groot God is. Hoe Hij alle lof en eer verdient.

Zijn naam worde geheiligd: Ja, al die namen komen hier naar voren.

De allerhoogste, JHWH, God der goden.

In hemel en aarde, van waar de zon opgaat tot waar zij ondergaat.

Wie al zou denken iets toe te kunnen voegen aan Gods naam,

wie denkt dat God ons nodig heeft om Hem groot te maken,

die wordt gelijk al in de eerste verzen uit de droom geholpen. God is in zichzelf al groot!

Wij kunnen dat licht met onze woorden niet duidelijker laten schijnen.

Die lamp niet feller maken. Wij kunnen ons er wel op richten en uitspreken:

U bent goed ! U bent groot ! U bent Heilig ! U gaf uw zoon Jezus Christus !

Laten merken dat we onze ogen niet voor Hem sluiten, maar juist zijn grootheid zien!

[#5] Het probleem in deze psalm is niet, dat de Israëlieten God niet prijzen.  

God had gezegd dat het moest: Nooit dooft het offervuur! Steeds prijzen ze God.

Het is belangrijk dat de lof doorgaat: zeven keer daags roep ik God aan (Ps 119).

Het is een vaste orde, een verplichting.

Net als het voor ons een verplichting is om God te loven thuis en om naar de kerk te komen.

Maar die verplichting om God te prijzen en te dienen, heeft God dat nodig?

God legt het volk dan ook uit: ik heb die lof van jullie eigenlijk helemaal niet nodig.

Als ik honger zou hebben, dan zou ik het jullie niet zeggen.

God wil dat ze hem dank- en lofoffers brengen, ze komen met stieren en rammen.

Maar … de stier uit de stal heeft Hij niet nodig, de bok uit de kooi niet.

De dieren in het bos; de beesten op de duizenden bergen: ze zijn al van Mij, zegt God.  

Alle vogels in het gebergte: Ik ken ze. Wat er beweegt in het veld is van mij.

Het is dus niet zo dat God onze lof nodig heeft! Alles is al van Hem, Hij is al volmaakt.

Ga daarmee door zegt God: Breng mij een offer, doe wat je belooft.

Roep mij te hulp en je zult Mij eren. Je moet dat wel doen. God heeft er recht op.

Wat voor soort moeten is dat? Nou, als je iets heel moois ziet, wat echt goed is,

dan moet je dat wel prijzen. Dat moet, dat kan niet anders. Het heeft er recht op.

Iets wat waardeloos is, niet mooi, slecht … dat verdient geen lof.

Maar een mooi boek of goede muziekstuk heeft recht op een goede recensie.

Een fantastische voetbalwedstrijd of een schitterende auto of motor, daar zwijg je niet over.

Pure liefde, echt vriendschap is zo kostbaar. Een schitterend berg, een mooie bos bloemen:

Daar past een goede reactie bij, verdient echt lof, is echt gaaf. Zo heeft God recht op onze lof!

 

[#6] De psalm zegt dus: God heeft recht op onze offers, op onze lof.

Toch is het een kritische psalm, een profetisch psalm: want het gedrag moet er ook bij passen.

Maar daar ligt het probleem bij het volk. God zegt:

Met dieven loop je mee: je doet dingen zwart, steekt iets in je eigen zak wat van je baas is.

Illegaal gebruik je dingen, die van anderen zijn. ‘Iedereen doet dat toch?’, zeg je misschien.  

Bij overspeligen ben je in huis: seksuele zonden hebben hun grip op je.

Je bent niet eerlijk in je spreken: maakt een ander zwart.

Zegt kwetsende dingen die je een ander nooit in zijn gezicht zou zeggen.

Mensen voelen zich door jou alleen gelaten en verstoten.

Ja, dan kun je mooi naar de kerk gaan, mooi God prijzen, mooi de wet opzeggen.

Maar dat botst dan met het leven met Mij.

Zoals de catechismus zegt: door de daden maak je Gods naam te schande.

Je lastert en vloekt op die manier tot God, en geeft Hem niet de eer.

Loven is : Gods licht laten schijnen.

Zondigen is : Gods licht verduisteren, eraan af doen, verminderen.

Zulke lof hoeft God niet te hebben, dat kan voor Hem niet bestaan!

 

[#7] God heeft recht op onze lof; op een prijzen met heel ons hart.

Maar hoe kun je groeien in het loven van God, hoe ontstaat lof op God?  

Soms vertel ik dat iets echt goed of mooi was, ben ik ergens enthousiast over.

Zo was ik enthousiast over het mooie gebied waar we op vakantie waren.

Wat mooi die lavendel, de bergen, de olijfbomen, de gloed van de zon over het land.

Laatst heb ik een boek gelezen: ik zou iedereen aanbevelen om het ook te lezen.

Een mooie film, goede muziek: als je er enthousiast over bent ga je het prijzen.

Je beleefde misschien een hemels moment, toen je er naar luisterde.

Is er iemand die van je vraagt om dat te doen? Nee, niet per se.

Maar de dingen waar je enthousiast over bent leiden automatisch tot zo’n reactie.

Je wilt anderen erin meenemen.

Ik denk dat je zo het prijzen en loven van God mag zien.

Wanneer je ziet hoe God alles gemaakt heeft.

Wanneer je ontdekt wat Jezus voor jou over had in zijn lichaam en bloed.

Als je de kracht merkt waarmee de Geest werkelijk iets in je leven kan veranderen.

Waardoor slechte gewoontes, moeilijke contacten, verkeerd gedrag verandert.

Als je zo echt verandering en verbetering ziet door de Geest,

dan wil je God loven, dan wil je dat vertellen, dan wil je dat anderen dat ook zien.

Eigenlijk is dat ook waar alles op uit loopt. De laatste vijf psalmen, maar vooral psalm 150.

Samen proberen we in de kerk ook die momenten te creëren:

Waarin God zo geprezen, aanbeden, grootgemaakt wordt.

Waarin we samen Hem de lof geven en ruimte maken voor worship,

Dat het een soort hemels moment wordt, waarin je de aanwezigheid van God ook opmerkt.

Je God dichterbij voelt komen, doordat je iets van zijn majesteit en schoonheid ziet.

Misschien ken je dat beeld van de hemel: waarin mensen staan te zingen.

Het is niet bedoeld om je te laten zien dat de hemel er per se zo uit ziet.

Het is bedoeld om aan te geven:

je bent over zoveel dingen, en vooral over God dan zo enthousiast,

dat je je mond niet kan houden. Je wilt het uiten, je wilt het zingen, je wilt het zeggen!

Alles loopt uit op de lof van God: Loof de Heer, mijn ziel, en al wat in mij is zijn heilige naam.

 

[#8] De psalm zegt: wie zo zijn dankoffer brengt, gericht op God, niet voor zichzelf,

zal zien dat God redt. Dat je die redding ook nodig hebt, je vraagt om vergeving.

De Here Jezus zet de lof op God op de eerste plaats.

Als het aan ons ligt, komt het juist vaak op de laatste plaats.

Allerlei andere vragen en noden springen naar voren als we gaan bidden.

Onrust over wat ons bezig houdt, in je leven, je werk, je gezin.

Een vrouw vertelde: het maakt mij steeds onrustiger als ik aan het bidden ben.

Want dan denk ik aan die onrust in de wereld, de onrust in mijn hart.

Steeds meer zorgen komen samen, steeds meer dingen die me bezig houden.

Ja, zo gaat het soms bij ons. En dan komt de lof en het prijzen op het eind.

Als we het al niet vergeten, en als het niet een soort uit gewoonte noemen is.

Maar de psalm zegt: wie Mij de eer geeft, zal zien dat God redt.

Je ziet steeds meer en duidelijker hoe je rust mag vinden in je leven.

God regeert in hemel en op aarde, zou Hij dan ook niet jouw problemen dragen?

God krijgt de lof van waar de zon straalt tot waar ze nederdaalt: moet jij dan wakker liggen?

God heeft alle macht, Hij heeft zelfs in Jezus ziekte en dood overwonnen:

Dan mag je Hem ook vertrouwen als je daar zorgen over maakt.

Hoe meer je je richt op God, hoe meer vertrouwen kan groeien:

Dat ook de dingen die jou bezig houden, veilig zijn in zijn handen.

 

[#9] Ik hoop en bid dat dit je mag helpen om God te blijven loven!

Dat die lof tot God je helpt om ook te leven in liefde en vrede.

Om ook via het diaconale werk in de gemeente de Heer groot te maken.

Om die hemel en aarde te verwachten waar God altijd de lof zal krijgen.

Want van U is het koninkrijk, de macht en de heerlijkheid.

Tot in eeuwigheid!

Amen.