Lukas 24 - Een droom ligt in stukken, maar Jezus zet het hart in vuur en vlam

Preek Rijnsburg, 4 mei 2025

Tekst: Lucas 24:13-35

 

Geliefde gemeente van onze Heer Jezus, 

[#1] Wanneer niet uitkomt wat je hoopte van je leven, je kind, je relatie, je leven, je opleiding .. kun je zeggen: Een droom ligt in stukken! 

Wat de twee mannen die op weg zijn naar Emmaüs verwacht hadden, is niet uitgekomen. 

Ze hadden veel verwacht van Jezus, 

ze horen bij zijn trouwe leerlingen, 

maar het enige wat nu over is zijn vragen en teleurstelling. 

Ze waren tijdens het Pesachfeest in Jeruzalem geweest, ze hebben alles van dichtbij meegemaakt. Maar nu gaan ze weg. 

Ze laten Jeruzalem achter zich. Er zullen wel meer leerlingen geweest zijn, die weg gaan.

Jezus is opgepakt, aan het kruis genageld en begraven. 

Vrijdag is Hij in het graf gelegd, heel de sabbat heeft Hij er gelegen.  

Nu op zondag, aan het begin van de middag zijn ze er wel van overtuigd: Het is voorbij! Hun Rabbi is er niet meer. Hij die hen samenbond is verdwenen. 

Hun dromen van verlossing en redding zijn als een ballon uit elkaar gespat. 

Daar lopen ze dan. Ze moeten zo’n 11,5 km naar het Noordwesten lopen. 

Er staat dat ze met elkaar praten en discussiëren. 

Ze zullen alles weer bij langs gegaan zijn. 

Ze zullen elkaar proberen verder te helpen hoe je dit nu moet duiden. 

Maar ze komen er niet uit. Er staat dat ze droevig zijn. 

Hun blik is wat donker. Ze kijken verdrietig, zoals je verdrietig kijkt wanneer er iemand overleden is. Ze zijn treurig, het is van hun ogen af te lezen, zoals je treurig bent als iemand met wie je nauw optrok opeens ter dood gebracht is. 

Als je wel eens een grote teleurstelling of afwijzing hebt meegemaakt, weet je wel hoe dat voelt. “Al je hoop is weg, je voelt je verlaten.” 

Als je ergens van gedroomd hebt, maar het komt niet uit. 

Zoals mensen zich na de bevrijding voelden, als ze die zonder de gevallenen moesten vieren. Mensen die hun leven hadden gegeven voor hun vrijheid. Soldaten, de ondergrondse, Joden, doden door de hongerwinter. 

Of als je eens meegemaakt hebt dat iemand die je dierbaar was overleden is, kun je het gevoel van de leerlingen misschien vergelijken met wat je voelde op de derde dag. 

Voor iedereen is dat natuurlijk anders, maar je zult wel aangelopen zijn tegen een stuk verdriet, tranen, moeite of teleurstelling of grote vragen. 

Ook ik zou verdrietig zijn als het op zo’n manier gebeurt dat een droom in stukken ligt. 

[#2] Een Reisgenoot komt hen nabij! 

Midden in hun verdriet, terwijl ze somber gestemd zijn, komt er iemand hen achterop.  

Hij loopt iets sneller dan deze twee mannen, die samen in gesprek zijn. 

Hij hoort hoe ze discussiëren, hoe ze met elkaar praten. 

We lezen dat Hij dicht bij hen komt. Hij gaat samen met hen op weg. 

Ze krijgen een reisgenoot erbij. 

In hun vragen en verdriet worden ze niet alleen gelaten. 

Het is Jezus Christus, de opgestane Heer. 

Vanmorgen nog voor het aanbreken van de dag, is Hij opgestaan uit de dood. 

Hij is aan Maria verschenen en aan Petrus. 

En nu is Hij in zijn verheerlijkt lichaam de twee Emmaüsgangers nabij. 

Hij zal er gewoon uitgezien hebben als anders: dezelfde stem, hetzelfde gezicht. 

Maar, jongens en meisjes, het lijkt wel of God die twee mannen een blinddoek omdoet. 

Heel letterlijk staat er: Hun ogen worden vast gehouden, hun blik wordt vertroebeld, ze herkennen Hem niet. 

Ze zien wel iemand meelopen, maar ze zien niet in dat dit Jezus is. 

Zo is Jezus dus met hen. Jezus wordt hun reisgenoot. 

Terwijl er bij hun nog geen sprankje geloof is, terwijl ze vastzitten in hun verdriet. 

Dat is het eerste wat zichtbaar wordt in de ontmoeting met de opgestane Heer. Hij is er! Doordat Jezus is opgestaan, doordat Hij niet in zijn graf gebleven is kan Hij er zijn. 

In Hem wordt duidelijk dat God is wie Hij is. JHWH, De Heer is nabij! 

Waar je zelf vast kan zitten in je vragen, in je verdriet in je teleurstelling. 

Dat je gehoopt had dat het beter zou worden, maar er elke dag geen verbetering is. 

Waar je zelf niet weet wat je moet geloven en wat waar is in het geloof. 

Waar je zelf je weg gaat, van dit leven, en misschien niet weet hoe die weg verder moet. Je kracht misschien opraakt. Waar je zelf een weg gaat, zonder dat je een doel ziet … 

komt Christus nabij. Hij is er gewoon. 

Ook al herken en geloof je Hem misschien nog niet. 

Zijn aanwezigheid en zijn op weg zijn met jou en met u, mag je bemoedigen. 

Hij zegt: Ik zal er zijn. Ik wil ook jouw reisgenoot zijn. 

 

[#3] Hij is het die naar hen luistert. Hij stelt de Emmaüsgangers een vraag: 

Leg eens uit: Waar praten jullie over? 

Dan is het alsof Hij het verdriet weer helemaal oprakelt. 

Ze kunnen niet verder lopen. Ze blijven verbaasd staan. 

Is Hij dan de enige die niet weet wat er gebeurd is? 

Is deze vreemdeling niet op de hoogte van de gebeurtenissen?

‘Wat is er gebeurd dan?’ Vraagt Jezus. Dan vertelt Kleopas de vreemde alles, van A tot Z. 

Hoe Jezus een machtig profeet was. Hoe Hij gepreekt had over het koninkrijk. 

Hoe Hij zieken had genezen, hoe Hij wonderen deed. 

Hoe Hij kracht van God had dat Hij dat kon doen. 

Over hoe Hij binnengehaald was als Koning, terwijl de mensen Hosanna riepen. 

Nu komt de verlossing voor Jeruzalem, hadden ze gedacht. 

Maar toen werd Hij verraden, gearresteerd en veroordeeld. 

Ze leefden in de hoop op bevrijding, maar het kwam niet uit. 

En deze morgen? Er zijn vrouwen bij hen gekomen die vertelden dat het lichaam van Jezus weg was en dat ze engelen gezien hadden, die zeiden dat Hij leeft. Verwarde vrouwen.

Ook leerlingen hadden Hem niet gezien. Zijn lichaam niet, Jezus niet. 

Ze zijn daardoor niet alleen maar bedroefd meer, maar ook helemaal in de war.

Ze begrijpen er niets meer van. De vreemdeling luistert. Hij hoort toe. 

Doe je dat als ouder, als jongeren vragen hebben. Op vereniging, thuis. Als ouderling? 

Rustig laat Hij hun hun verhaal doen van ongeloof, van vragen van verwarring. 

Hij luistert naar hun vragen… hun ongeloof … hun verdriet … 

Want ook vandaag kun je moeite hebben met geloof. 

Kun je vragen hebben bij wat waar is. 

Iemand zei:  ook veel christenen van vandaag kunnen de opstanding moeilijk geloven. 

Zo kun je je twijfels hebben bij een mens die weer tot leven komt. 

Kun het door allerlei dingen in je leven, of in de kerk, vooral teleurgesteld zijn in het geloof. Kan het in jouw ogen allemaal niet kloppen. 

Zo snapten Kleopas en zijn vriend er ook helemaal niets meer van. 

Dit waren mannen, die al vanaf dat ze een klein kind waren de boeken van de bijbel hadden gehoord. Zij hadden Jezus zelf gezien en horen preken. Er was hun zelfs al verteld dat engelen zeiden dat Jezus leeft en van andere leerlingen hadden ze gehoord dat Jezus’ lichaam er niet meer was. En toch… is hun hoop weg, zijn ze bedroefd en verward, gaan ze weg uit Jeruzalem. 

Maar dan is er iemand die naar hen luistert, die hun hun verhaal laat doen. 

Zo mag je naar elkaar luisteren. 

Als ouders naar je kinderen, als vrienden onderling, als ambtsdragers naar gemeenteleden. Als er vragen zijn. Luisteren naar de verhalen van de oorlog. 

In de bijbel is het Paasfeest niet het feest van de grote verhalen en een juichende mensenmenigte bij het graf. 

Er is twijfel, er zijn vragen, er zijn moeiten. Bij de vrouwen, bij Petrus, bij Thomas, bij Kleopas en zijn vriend. Maar Jezus is met hun, Hij is hen genaderd en hoort hun verwarring aan. En Hij luistert. 

[#4] Maar daarna opent hij ook de bijbel. Nadat hij hun verhaal aangehoord heeft. Hij luistert niet alleen. Gelukkig niet! Luisteren is een gave, het is een kunst, maar alleen luisteren is niet altijd genoeg! Jezus spreekt ook. 

Hij spreekt teleurgesteld en ook verwijtend: Hebben jullie dan zo weinig verstand?  

Het ontbreekt hun aan verstand. Heel indringend spreekt Jezus hen aan! 

Zijn ze nu zo dom dat ze er niets van begrijpen? 

Wat zijn ze langzaam om het in hun hart op te nemen in geloof. 

Ze hadden een droom. Ze leefden in de hoop dat de Christus Israël zou bevrijden en verlossen. Maar klopte die droom wel. Zou het alleen een triomftocht worden? 

Moest de Heiland dit niet lijden om tot zijn heerlijkheid in te gaan. 

Ze hadden niet de juiste verwachtingen van de Messias. 

Ze hadden er geen oog voor dat Hij ook moest lijden. Ze hadden de bijbel gelezen met hun eigen idee en zich niet echt opengesteld voor de woorden van Jezus.

Jezus laat dan zien hoe het hele Oude Testament al over Hem spreekt. 

Hoe God in Gen 3 al gelijk gezegd had dat er niet alleen overwinning, maar ook strijd zou zijn, dat ook van de vrouw de hiel vermorzeld zou worden. Hoe Abraham in Gen 22 een bokje moest offeren in plaats van Isaak. Hoe de slang in de woestijn verhoogd moest worden. Hoe er in de tempel offerdieren geslacht werden voor de zonden van het volk. Hoe Ps 22 dichtte over “Mijn God, Mijn God waarom verlaat gij mij?”. Hoe vooral ook in Jesaja staat dat de knecht des Heren door mensen veracht en verlaten werd. Hoe Hij een lijdende knecht moest zijn. 

Als ze dat allemaal op een rijtje zetten, dan hoeft het toch niet afgelopen te zijn met het lijden en de dood van deze Jezus! Dan kan Hij toch juist de Messias zijn! 

Zo leert Jezus zelf hoe het Oude Testament al helemaal over Hem spreekt. Wat is dat een belangrijke les, juist als soms Oude Testament zo snel gelezen wordt zonder dat het gericht is op de Christus! De leerlingen hebben ervan geleerd want we lezen later in Handelingen hoe Petrus en Stefanus ook vanuit heel het OT laten zien wat Gods plan is voor zijn volk. 

Maar … mag Jezus zijn leerlingen dan zo berispen? In ieder geval mag Hij er wel op wijzen dat het belangrijk is om Gods Woord te lezen. Onbevooroordeeld en open. Telkens weer. Om zo de Geest tot je te laten spreken en in je te laten werken. Als je nu vragen hebt, moeite met het geloof. 

Of als je wel heel graag wilt geloven, maar juist veel zorgen hebt in je leven. 

Of als je juist alles wel goed vindt en niet teveel met de bijbel en God wil rekenen, dan trekt Jezus er juist weer bij. Kijk naar de bijbel, naar heel mijn woord. Ik wil je de weg wijzen! 

Zo helpt Jezus dus bij verdriet en vragen. Hij wordt niet alleen een reisgenoot. Hij is er niet alleen, maar Hij spreekt ook! 

Geen woorden direct uit de hemel, op briefjes, maar wel woorden in de bijbel. 

Daarom … lees elke dag uit de bijbel. Niet alleen je favoriete teksten, maar heel de bijbel, lees het gericht op Christus. Lees het met elkaar en laat je door elkaar corrigeren.

Blijf dicht bij wat er staat, blijf niet in je eigen bubbel, maar kom naar de kerk. Juist door zijn woord wil Christus jouw helpen om te groeien in vertrouwen en leven met Hem! 

 

[#5] Hij zet dan de harten in vuur en vlam! 

Jezus doet alsof Hij verder wil gaan. Zo krijgen de mannen de gelegenheid om hun gastvrijheid te tonen, om Jezus uit te nodigen en verder naar Hem te luisteren. Ze gaan eten. 

Jezus breekt het brood en schenkt de wijn in. Op dat moment maakt God hun ogen los. 

Hij is het die hun het geloof geeft en ze krijgen een helder zicht op wie Hij is. 

Jezus Christus. Hij leeft. Hij is bij hen. De Heer is waarlijk opgestaan. Wat een wonder! Terwijl ze Jezus niet meer kunnen zien roepen ze het uit: Brandde ons hart niet toen Hij onderweg tot ons sprak! Ze gaan naar de apostelen. Weer 11,5 km terug en ze vertellen het. 

Ook zij zijn tot geloof gekomen. Wat een blijdschap en een vreugde. 

Zo breekt het geloof aan de avond van de derde dag toch nog door!

We leven bijna 2000 jaar na die opstanding. Met dankbaarheid en verdriet. 

Met spanning en vreugde. Met ziekte en gezondheid. Jong en oud. 

Met een geloof dat een zeker weten is, maar tegelijk soms zwak vertrouwen. Met een geloof dat heel warm is, maar misschien ook wel eens sterk aangevochten.

 De Messias, de Christus behaalde de overwinning, maar bracht niet in één keer vrede. Het was niet alleen maar vreugde en “in de gloria”. Ook voor de leerlingen niet. Zo is het ook als je tot geloof komt: God geeft ook nu nog een kruis. Ook voor ons is het “door het lijden heen, gaan we tot heerlijkheid.” Maar Jezus geeft wel kracht naar kruis. Hij is ons nabij, als een reisgenoot op de weg. Hij geeft zijn woord. Hij toont zichzelf als het brood gebroken wordt en de wijn geschonken. En ik bid dat je Hem dan ook mag herkennen als de opgestane Heer. Dat het je in vuur en vlam zet, dat je vol raakt van Gods Geest en wil leven voor die HEER! Dat het geloof mag worden een zeker weten en een vast vertrouwen. 

Jezus is opgestaan, lang geleden. Hem zij de glorie. Zou ik nu nog vrezen, nu Hij leeft voorgoed!? Jezus zal weerkomen: Zie hem verschijnen, Jezus onze Heer! Je mag boven alle dagelijkse vreugde, verplichtingen en beslommeringen uitzien naar dat moment van de volkomen victorie. Hij wil ons hart in vuur en vlam zetten. Zie Hij komt! Amen