Lukas 16:19-31 - Zou een liefdevolle God mensen naar de hel sturen?
Preek Rijnsburg, 2 maart 2025
Tekst: GC 93 / Lukas 16:19-31
Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,
[#1] Wie de bijbel leest, wie in de kerk komt hoort regelmatig over de hel.
In het Oude Testament is dat vooral het dodenrijk, de plek van niet meer zijn.
Jezus spreekt over de Gehenna. Zo heette de vuilnisplaats net buiten Jeruzalem.
Het is de plaats waar het vuil verbrand wordt en de lijken naartoe gebracht worden.
Het is de plek van tandengeknars, van de worm die niet sterft.
Openbaring spreekt troostend tegen de kerk die onderdrukt wordt:
Jullie onderdrukkers zullen naar de duisternis gaan, naar het vuur.
Het is het gescheiden zijn van God. Niet meer bij God zijn.
Als God liefdevol is, het geluk, het leven, het zijn,
dan is de hel de plek waar je niet meer bent, van ongeluk, van het niet leven, van de eeuwige dood.
Veel mensen vragen zich af: Kun je in deze tijd nog over een hel spreken?
Hoe kan een liefdevolle God mensen naar de hel sturen?
Tim Keller gaat op die vraag in, in zijn boek ‘In alle redelijkheid’.
Is de hel niet iets van vroeger. Van een straffende God. Van dreiging?
Zou je tegen iemand die niet gelooft zeggen: als je niet gelooft ga je naar de hel?
Leven we niet in een veel ‘lievere’ tijd.
Wanneer we dat zeggen komt ook de vraag op: Hoe is dat te combineren? God is toch liefde.
Hij is toch vooral een steun, Hij helpt je en zorgt dat alles goed komt?
Iemand zei: het is maar een primitief beeld om te geloven dat er een hel is.
Dat God mensen zou straffen. Een eeuwig over zou geven aan de duisternis.
Ik wil best geloven, maar dan in een God die liefde is en je helpt.
Dat is ongeveer waar Reinier Sonneveld met zijn boek ‘Het einde van de hel’ uit komt.
Tenslotte is er ook de vraag: als we ervan uitgaan dat de hel bestaat,
maakt dat dan niet dat we over anderen oordelen.
Dat je anderen minder vindt, en weg zet? Omdat ze er niet bij horen?
Ik hoop dat je door deze preek leert zien hoe de Bijbel echt spreekt over de hel.
Hoe het denken over de hel niet tot angst, maar juist tot liefde en geloof leidt.
Dat je eerlijk naar jezelf leert kijken, maar ook de liefde van Christus ontdekt.
Waardoor je steeds meer liefde gaat tonen voor de ander.
[#2] Laten we allereerst dichtbij Jezus, dichtbij de Bijbel blijven.
Jezus spreekt over de Rijke man en de arme Lazarus.
De rijke krijgt geen naam (dat is veelzegend!),
en de arme heet Lazarus (De Heer helpt).
Het is een gelijkenis een spiegelverhaal voor onszelf: om naar je eigen hart te kijken.
Eerst hoe Lazarus en de rijke man hier op de wereld met elkaar verbonden zijn:
De rijke man woont in een mooi huis, heeft de duurste kleren aan, leidt een luxe leven.
Hij lijkt de hemel op aarde te hebben met zijn rijkdom. Wat lijkt hij gezegend.
Maar wordt Lazarus bij hem in de steeg gelegd.
Hij leidt hier op aarde een hels bestaan.
Lazarus de bedelaar. Hij heeft niets. De honden likken zijn wonden.
De rijke man ziet niet naar hem, geeft niet om hem. Uiteindelijk sterft Lazarus.
[#3] Professor Huijgen die onlangs een boekje schreef over de hel zegt:
Veel mensen geloven niet meer in de hel, maar ze spreken er wel over.
De hemel hier op aarde maken, momenten dat we genieten … ze zijn er.
Een ondergaande zon, een liefdevol moment samen, een mooi gebaar.
Maar we zijn er beter in om de hel op aarde te creëren.
Bootvluchtelingen die teruggeduwd worden en verdrinken in de Middellandse Zee.
Hij citeert Secretarisgeneraal van de Verenigde Naties António Guterres:
‘Wij rijden op de snelweg naar de klimaathel met onze voet nog altijd op het gaspedaal.’
Denk aan wat er nu gebeurt in Congo: soldaten die plunderend dorpen binnen vallen,
Verkrachten, vermoorden, mensen martelen en brand stichten.
Of wat er in Oekraïne of Gaza en Israël gebeurt.
Maar ook in het klein kunnen mensen het bestaan voor elkaar tot een hel maken.
In het aardse leven zien we dat gebeuren in wat de rijke man doet.
Hij komt niets tekort, maar sluit zijn hart voor de arme man.
[#4] Deze rijke man heeft ook niet het eeuwige leven, al heeft hij het goed.
Hij overlijdt en komt voor Gods troon te staan.
Hij moet zich verantwoorden voor zijn leven.
Zijn leven waarin hij alles had, maar de arme Lazarus niet zag staan.
We geloven in een God, die zal oordelen over levenden en doden.
Hij wordt naar de hel gestuurd.
Juist uit deze gelijkenis leren we iets over de hel.
Dit is niet zomaar een sprookjesvertelling, het is een gelijkenis.
Jezus gebruikt normaal beelden uit de werkelijkheid (schapen, graan, munten),
daarom mag je beste deze beelden gebruiken om aan de hand daarvan iets over de hel te zeggen.
Er wordt verteld: Hij is op de plek waar hij van God gescheiden is.
Hij lijdt grote pijn. Hij zit in de ellende.
Hij is in de vlammen, vlammen die hem niet verbranden, maar wel zorgen dat hij dorst heeft.
Hij lijdt constant onder de straf en de hitte.
[#5] De reden waarom Keller deze tekst over de rijke man en arme Lazarus aanhaalt is deze:
Wanneer de rijke man in de hemel is gaat hij gelijk weer bevelen geven.
De hel die we op aarde maken trekt zich door naar het leven na de dood.
Hij toont geen enkel zelfinzicht en zelfreflectie dat hij misschien fout zat,
maar vindt dat Lazarus hem maar even moet komen helpen.
Waar hij te beroerd was om ook maar wat overbleef van de tafel te laten vallen voor Lazarus,
beveelt hij nu Lazarus om hem te komen dienen.
Laat hem zijn vingers nat maken om mijn tong te komen verkoelen.
De weg naar de hel is een weg die in dit leven al ingezet wordt:
Het gaat steeds van kwaad naar erger. Het wordt steeds slechter.
Keller zegt: dat is de aard van het kwaad. Het desintegreert, het maakt kapot, wordt erger.
“Je ziet dat in het klein bij drugs, bij alcohol, bij gokken, bij pornografie.
Het wordt steeds erger. Je hebt steeds meer ervan nodig om dezelfde kick te krijgen.
Het werk verslavend. Je trekt je terug en isoleert je van anderen.
Je gaat anderen beschuldigen en zoekt excuses. Niemand begrijpt mij!
Iedereen is tegen mij roep je uit zelfmedelijden en narcisme.
Het is dus niet zo dat er opeens een oordeel is:
Zo van: iedereen doet een beetje zijn best en het is maar hopen dat het kwartje goed valt.
Het oordeel van God bevestigt een lijn die in leven in gezet wordt.
Een weg zonder God, een leven tegen God, een leven dat het leven niet kent.
Uiteindelijk is de hel met name: het niet bij God zijn.
het is een weg die hier al gekozen wordt.
Mensen die zich afkeren van God en zijn liefde niet willen kennen.
Zou God hen die keus dan niet serieus nemen?
[#6] Juist de hel leert ons om in liefde te leven.
Er zijn mensen die zeggen, als christenen over de hel praten, zetten ze anderen weg.
Dan voel je jezelf beter. Dan denk je dat je bij de groep geredde mensen hoort.
Ondertussen denk je heel slecht over mensen die niet geloven.
Die zijn dan minder waard, die behandel je misschien ook als minderwaardig.
[#7] Wat opvalt is dat vader Abraham in gesprek met de Rijke man hem ‘mijn kind’ noemt.
Er klinkt iets in door van medelijden. Deze man was ook een zoon van Abraham.
Een kind uit het volk van God.
Mijn zoon, mijn kind, je bent hier terechtgekomen, maar ik had je zo wat anders gegund.
De rijke man heeft veel fout gedaan, maar toch spreekt Abraham hem nog aan als kind.
Tegelijk krijgt hij niet een beetje water. Het oordeel is geveld.
[#8] Hier blijkt al in: geloof in een oordeel en een hel zet mensen niet zomaar weg.
Het is niet liefdeloos, maar zegt Keller: Juist als je gelooft in het oordeel word je vol liefde.
Hij verwijst naar een boek van Volf. Die heeft meegemaakt hoe in Kroatië de mensen oorlog voerden.
Zoals ook vandaag in Israël en Palestina, in Oekraïne mensen tegenover elkaar staan.
Hoe krijg je het dan uiteindelijk weer goed in deze wereld. Hoe kan er verzoening zijn?
Wanneer je niet gelooft dat God eens zijn oordeel zal geven over het kwaad en de misdaden.
Wanneer God niet straft voor die man die zomaar een kind neerschoot of die vrouw verkrachtte.
Dan heb je altijd het idee dat wij hier de dingen recht moeten zetten. Wraak moeten nemen.
Maar juist wie kan zeggen: ik laat het oordeel aan God. Hij zal het kwaad straffen.
Die kan hier gloeiende kolen op iemands hoofd stapelen, door goed te doen.
Die kan gaan leven in de lijn van het koninkrijk: niet oordelen, want God oordeelt.
Niet terugslaan op dezelfde wang, maar een ongedachte daad van liefde doen:
De andere wang toekeren. Zo kan er hier op aarde vrede en gerechtigheid groeien.
[#9] Maar dan komt er nog iets anders in het verhaal. Want de rijke man wil nog iets.
Deze verkoeling in de hel heeft hij niet gekregen. Hij gaat door met bevelen.
Er moet maar een boodschapper naar zijn vijf broers gaan.
Ze moeten waarschuwen voor de pijn en de ellende in de hel.
Het zou niet best zijn als ze daar ook terecht zouden komen.
Maar van vader Abraham mag dan niet.
Er staan genoeg waarschuwingen van Mozes en de profeten in de boeken.
Mensen kunnen het weten. Zelfs Johannes de Doper riep op tot bekering.
Maar het volk luisterde niet. Ze gaan door op hun zondige weg en komen niet tot inkeer.
Ja maar, zegt de rijke man, naar iemand die terugkeert uit de dood zullen ze luisteren!
Zie je dat voor je? Denk je dat echt?
Zullen ze echt zeggen: kijk daar komt Lazarus met een brief van onze broer, nu gaan we wel leven met God? Zelfs dan zullen ze niet luisteren zegt Abraham,
want ze hebben ook niet naar Gods boeken geluisterd.
Wat een geweldig voorbeeld gebruikt Jezus hier!
Het is al een zinspeling op wat hij later zal doen.
Hij zal zelf neerdalen in het dodenrijk en sterven.
Hij doorstaat de hel en het van God verlaten zijn.
Dan staat hij op uit de dood: verschijnt aan veel mensen.
Komen de Joden dan wel tot inkeer, nemen zij zijn waarschuwingen wel ter harte?
Het eerst dat ze doen is proberen te verhullen dat Jezus uit de dood opstond.
Of er nu een opgestane Heer voor je staat, of dat je het uit de boeken en preken moet horen:
Het gaat erom dat je gelooft.
Zalig zij die niet zien en toch geloven, die hier in het leven al voor Jezus kiezen!
[#10] Maar dat brengt ons wel bij het allerbelangrijkste punt over de hel.
Wie van ons zou het verdienen om niet de hel in te gaan. Wie leeft er goed genoeg voor de hemel?
In de Rooms Katholieke Kerk heeft men gepoogd de hel wat minder erg te maken.
Niemand verdient de hemel, maar laat er dan eerst een vagevuur zijn die ons wat reinigt.
Dan hoef je niet te praten over een eeuwige hel, maar een plaats waar je tijdelijk verblijft.
Dan kun je langzamerhand klaargemaakt worden voor een plaats in de hemel.
Reinier Sonneveld pleit voor een hel die niet eeuwig is.
Maar uiteindelijk neemt dat niet weg dat uit onszelf niemand de hemel kan verdienen.
Om te begrijpen dat Jezus voor ons die reiniging en die vergeving heeft verdiend,
En hoeveel dat betekent gebruikt Keller een voorbeeld: stel je voor een vriend past op je huis.
Hij ordent de post en zorgt voor de planten. Als je terug komt heeft hij alles netjes achterlaten.
Je gaat even bij hem langs om te bedanken en hij zegt: ik heb trouwens ook een rekening betaald.
Je kijkt verbaasd en wil hem hartelijk bedanken, maar hoe dankbaar ben je?
Zeg je dankjewel, geef je een ferme hand, of ben je echt helemaal verbaasd en heb geen woorden?
Dat hangt er dan dus van af hoeveel hij betaald heeft:
Was het een nota van 10 euro of was het die belastingschuld van 10 jaar?
Als het het laatste was dan zou je meer dank voelen dan dat je alleen zegt: bedankt.
Zo zou je kunnen zeggen: juist door de hel leer je meer de liefde van Jezus kennen.
Want waar wij uit onszelf op weg zijn naar de ondergang, de eeuwige ondergang.
Heeft God zijn eigen Zoon gegeven. Die heeft maar niet een beetje geholpen.
Maar die heeft heel de schuld van ons leven op zich genomen. Aan het kruis.
Hij is voor ons de hel ingegaan en eeuwige dood. Hij heeft alles voor ons over gehad.
Wat een onmetelijke liefde heeft Hij daarin getoond.
Laten we die liefde aannemen, en laten we dat geloven, zonder dat we dat gezien hebben.
Zodat we niet verloren gaan, maar eeuwig leven hebben.
Laten we die liefde doorgeven, zodat nog velen die liefde mogen aannemen en omarmen.
Laten we dat doen in woorden en daden. Laat ons dankjewel blijken uit daden.
Dat je niet denkt ‘ikke, ikke, ikke’, maar dat je oog hebben voor de Lazarus in jouw buurt.
Amen.
Recente preken
- Johannes 11 - Laten wij ook gaan om met Hem te sterven ...
- Lukas 19:41-44 - Palmpasen, Tranen bij het feest
- Zondag 50 - Geef heden ons ons dagelijks brood!
- Matteus 24:14 'Blijf waakzaam, houd vol, vertrouw alleen op Jezus, ook als de golven overslaan'
- Matteus 20:22,23 - Kunnen jullie de beker drinken die Ik moet drinken?
- Zondag 48 - ‘Is Jezus er wel? Bid om zijn koninkrijk in een gebroken wereld!’
- Zondag 49 - Laat uw wil gebeuren: geef dat ik iets van de hemel, op aarde mag laten zien!
- Psalm 65 - Gods rivier staat vol water!
- Matteus 10 - Wat mag het geloof je kosten? Een glas water?!
- Lukas 16:19-31 - Zou een liefdevolle God mensen naar de hel sturen?
