Jesaja 40:1,2 Genade, een cadeau van God, voor jou en zelfs voor mij! (1e advent)

Preek gehouden in Heemse,

Tekst: Jesaja 40:1,2

 

Geliefde gemeente van onze Heer,

[#1] Schijn Gods licht, zijn genade! Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur …

Dat het donker is deze dagen merken we allemaal, rond 16:30 moet de lamp al aan.

Donker kan het ook zijn in je leven: dat het allemaal niet lukt op school.

Als je je zorgen maakt. Dat er verdriet is, of dat je in de put zit. Bij een onzeker toekomst.

Soms ook omdat je verkeerde keuzes hebt gemaakt.

Dingen gedaan hebt waarvan God verdrietig wordt, Hem de rug toekeerde.

Waardoor je denkt: zou Hij nog wel om mij kunnen en willen geven?

Wat zijn wij dan als mensen, dat God naar ons om zou zien? We zijn zo nietig.

Wat vliegt het leven voorbij: bij het inpakken van de spullen in de schuur,

zie ik kindersjaaltjes, kinderschaatsen en bob de bouwer speelgoed.

Het kan allemaal weg. De kinderen zijn groot.

Zo vliegt het leven om: we zijn als een bloem die bloeit, als het gras dat opschiet.

We spannen ons in voor relaties, werk, contacten, plezier. Maar wat is het leven dan?

 

[#2] Vanmorgen steken we de eerste kaars aan, een lichtend vuur.

Het kan licht worden. God kan zijn genade tonen. De Messias, de redder komt!

Maar ook bij Jesaja is dat tegen de achtergrond van een diepe duisternis.

Het volk is in ballingschap: het is afgevoerd naar Babylonië.

Door enorme straten, met godenbeelden, en enorme tempels werden ze binnen gevoerd.

Ze waren ver van hun land, van hun steden, van de tempel.

Alles leek voorbij, alles leek opgedroogd: geen bron meer om uit te leven.

Dat was het gevolg van hun foute keuzes. Dit gebeurde omdat ze God de rug toekeerden.

Is dat niet hoe je je soms kan voelen? Dat het duister is in je leven.

Als je je eenzaam voelt, juist met de naderen de kerstdagen, gemis voelt.

Dat het op je werk, in de familie of in je relatie niet loopt zoals je hoopte.

Dat je de pijn voelt van het ‘als een bloem zijn’. Het leven dat als blad van de bomen valt.

Waarbij je je soms ook nog schuldig voelt en ziet hoe je het fout hebt gedaan.

Je een beoordelende stem hoort, je ogen in je rug voelt, waardoor je je tekort voelt schieten.

[#3] Zo had het volk het idee, alles is donker, het kan niets meer worden …

Maar dan klinkt er opeens die boodschap van Jesaja: ‘Troost, troost, mijn volk!’

Met een dubbele oproep, zoals dat vaker voorkomt in dit gedeelte van Jesaja.

Word wakker! Word wakker! Het is alsof het midden in de nacht klinkt, in het donker.

Waak op! Waak op! Ze worden bevrijd uit de duisternis. Troost! Troost!

God moet ze echt wakker schudden, voor het tot hen doordringt.

Zo duurt het soms ook echt even, voordat je het echt hoort.

Daarom klinkt hier ook: Roep! Spreek! Luther zegt: Preek, roep Gods genade uit!

In een preek word je aangesproken, bij de schouder gepakt: let op!

Blijf niet liggen, blijf niet rondhangen in het donker, in je eigen donkerte. Kom op!

Sta op! Zoals vroeger in de woestijn het volk al een werd geroepen.

Om weg te gaan uit Egypte, om verder te trekken, door de woestijn, naar het beloofde land!

Dat is genade: alleen God kan het geven. Zie je die genade?

 

[#4] Wat is dan de centrale boodschap? Wat moet er gepreekt worden?

Dat is dat de slavendienst voorbij is, dat de schuld is voldaan.

Er is dubbel en dwars voor de zonden betaald. Er is genade voor jou, en zelfs voor mij!

Wanneer we deze maand spreken over genade, dan is dat God liefde geeft en vergeving.

Dat betekent niet dat God wegkijkt.

Dat God het kwaad in deze wereld en de zonde maar laat bestaan.

Nee! Er is betaald, de straf is gedragen. Kunnen wij dat? Verdienen we dat?

Nee, we kunnen het niet zelf. Maar Christus heeft dat voor ons willen doen.

Dat kleine kaarsje wijst vooruit naar Christus die komt om onze schuld.

Hij die voor ons aan het kruis wilde betalen. Die zijn leven gaf. Dat geeft troost!

Dat gaan we volgende week aan het Avondmaal mogen vieren en gedenken.

Hij kwam, werd geboren, betaalde de straf: om al onze zonden te verzoenen.

Genade zo oneindig groot, dat ik, die 't niet verdien

het leven vond, want ik was dood en blind, maar nu kan 'k zien.

 

[#5] De vraag vanmorgen is alleen: gaat dat licht ook in jouw leven schijnen?

Laat je je wakker schudden? Krijgt die genade en liefde van God een plek in je hart?

Maak je werkelijk de weg klaar zodat Christus kan komen?

Voordat Jezus kwam, kwam er iemand die het volk daarbij wilde helpen.

Johannes de Doper kwam uit de woestijn en riep: maak een weg klaar van de Heer.

Zorg dat Hij bij ons kan komen, dat Hij toegang kan krijgen tot ons hart.

Hij liet de mensen eerlijk naar hun leven kijken. Heb je werkelijk God lief?

Heb je je naaste lief? Ben je bereid om de ander te helpen?

Johannes past het toe naar de situatie: de belasting beambte kan makkelijk iets te veel vragen.

Maar ben je eerlijk als het gaat om het geld dat je voor de nota uitschrijft?

Kijk daar heb je de soldaten: met hun wapens konden ze alles voor zichzelf regelen.

Maar Johannes zegt: wees tevreden met je soldij.

Daar ziet hij mensen die het goed hebben: ze hebben kleren en eten.

Hij zegt: geef dan aan mensen die geen eten hebben, geen kleren hebben.

Zie om naar de mensen in Libanon, Oekraïne, Cambodja. Geef voor de schoenendoos.

Gods genade is enorm groot: maar zet de knop om, maak die keuze: bereid je voor!

Zingen: Liedboek 439:1,2

 

[#6] Als het gaat om het bereiden van de weg, dan kun je zomaar sterk naar jezelf kijken.

Maar als we Jesaja lezen dan zie je eigenlijk dat het God is die verschijnt.

Hij verschijnt met veel majesteit en luister. De heerlijkheid van de Heer.

Het is God die zelf over de weg komt aansnellen, daarvoor moet de weg klaar gemaakt.

Geen hobbels en bobbels, geen omleidingen, geen gaten, geen bulten.

Waar in het oog van de andere volken Israël en zijn God verslagen waren,

de Israëlieten vernederd door Babylon waren binnen gevoerd,

Daar komt de Heer nu zelf in zijn macht en verschijnt in heerlijkheid.

Er staan geen beelden langs de weg, zoals in Babylon. Geen andere goden.

Maar God zelf gaat over die weg, Hij verschijnt om zijn volk te redden.

Dwars door de woestijn, voert Hij zijn volk weer terug naar Jeruzalem.

God heerst over alle volken: ook vandaag over Rusland, Syrië, Gaza, Nederland en Oekraïne.

Hij houdt de geschiedenis stevig in zijn handen.

Hij verschijnt om zijn volk terug te brengen. Zoals Hij eens het volk had bevrijd uit Egypte.

Wat een blijdschap moet dat geweest zijn: Denk eens aan wat deze week in het nieuws was.

Als je ziet hoe blij de bewoners van Libanon na een paar weken al zijn als ze naar huis kunnen.

Zo blij zijn de mensen hier: God is zijn belofte niet vergeten.  

[#7] Daarom zegt Jesaja nu: het vlees is als gras,

maar het woord, Gods beloften blijven eeuwig staan.

Zelfs als het volk bij de tempel vandaan is, als alles verdwenen lijkt,

Als ze een verdwenen staat lijken, dat het eens over lijkt te zijn en niemand aan hen zal denken.

Zoals er zoveel landen, staten en volken in de loop van de tijd verdwenen.

Zelfs dan kan God een nieuw begin maken. Gras verdwijnt, maar Gods belofte blijft!

Johannes haalt ook Jezus aan als het woord van God dat verschijnt.

Hij is het woord, het licht van de wereld. Aan zijn beloften mogen we ons vastklampen!  

Vanuit zijn genade mogen we opnieuw geboren worden tot een nieuw leven, zegt Petrus.

De basis voor deze mooie beloften, voor onze hoop, voor ons kerk zijn, is Gods Woord.

In Jesaja 55, het eind van dit gedeelte komt dit terug: Kom bij mij, klinkt er dan!

Kom als je dorst hebt. Jesaja 40-55 wordt omsluiten met deze belofte:

Het woord van God blijft altijd, en zal altijd zijn uitwerking hebben.  

Dat woord keert niet leeg terug!

 

[#8] We leven in de tijd van advent. Gods komen in de duisternis!

Vers 10 zegt: Kijk daar komt God. Hij verschijnt met pracht. Zijn arm zal heersen.

Een uitlegger zegt: Kijk hier wordt Israëls terugkeer geschilderd als de advent van God.  

De luister en de macht van de Heer openbaren zich (vers 5). Hoe?

Door vuur, door rook, door licht? Ja, maar tegelijk ook door tedere nabijheid.  

Zoals later ook de heerlijkheid straalt in het leger van hemelse engelen,

maar we ook een klein kindje zien in de kribbe.

God zegt: ik zal komen als de herder, die troostend zijn schapen zal leiden.

Die hen de weg zal wijzen naar een mooie toekomst,

Ik zal het lammetje dat niet meer verder kan optillen en het bij me nemen.

Zo is het God die ook in alle geringheid en liefde zijn volk wil leiden.

 

[#9] is dat ook voor mij? Is dit niet te makkelijk? Ik heb gezegd: voor jou en zelfs voor mij.

Zo wordt het gezegd in een kerstlied van Sela.

Wij kunnen soms twijfels hebben: verdien ik dit wel met mijn leven.

Maar we mogen geloven:

ook al hebben wij onze twijfels, Vader staat met open armen op de uitkijk.  

 

[#10] Laten we nog één keer kijken naar wat voor troost God wil geven.

Wij denken bij troost vaak aan goede woorden. Troostende woorden.

Wat kunnen die waardevol zijn. Wat kan dat helpend en opbeurend zijn.

Maar als je deze hoofdstukken van Jesaja leest, dan wordt door elke tweede regel van het vers waar troosten in naar voren komt duidelijk dat dit troosten meer is.

49:13, God heeft zijn volk getroost en zich over de armen ontfermd.

51:3 God troost de ruïnes van Jeruzalem, ze worden weer bewoond en klinkt muziek!

52:9 God troost zijn volk, Hij koopt Israël vrij.  

Gods troost blijft niet bij woorden, Hij doet ook echt. Hij helpt ook echt.

Wanneer God zijn zoon geeft, dan zegt Hij: Ik wil ook werkelijk jullie helpen.

Ik ga alles nieuw maken. En als ze de lof klinkt, en de engelen prijzen.

Dan is dat ook omdat Jezus overwinnaar is, omdat Hij werkelijk een nieuw begin maakt.

 

[#11] Troost, troost want de schuld is betaald. God heeft het volk weer aangenomen.

Daar klinkt in door: ze zijn geliefd door God. Ze mogen delen in Gods genade!

Ik hoop dat dat ook het resultaat mag zijn, wanneer je je hart opent, de weg opent voor God.

Dat je mag voelen: Ik ben geliefd door God!

Amen