Hoe kan een liefdevolle God mensen naar de hel sturen?

Preek Heemse, 26 nov 2023

Tekst: Gewone Catechismus 93 / Lukas 16:19-31 / In alle redelijkheid, Tim Keller 5

 

Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,

[#1] Wie de bijbel leest, wie in de kerk komt hoort regelmatig over de hel.

In het Oude Testament is dat vooral het dodenrijk, de plek van niet meer zijn.  

Jezus spreekt over de Gehenna. Naar de vuilnisplaats net buiten Jeruzalem,

waar het vuil verbrand wordt en de lichamen naartoe gebracht.

Het is de plek van tandengeknars, van de worm die niet sterft.

Openbaring spreekt troosten tegen de kerk die onderdrukt wordt:

Jullie onderdrukkers zullen naar de duisternis gaan, naar het vuur.

Het is het gescheiden zijn van God. Niet meer bij God zijn.

Als God liefdevol is, het geluk, het leven, dan is dit de plek waar je niet meer bent.

Van ongeluk, van het niet leven, van de eeuwige dood.

 

Een vraag die vaak gesteld wordt is: Hoe kan een liefdevolle God mensen naar de hel sturen?

Tim Keller behandelt deze vraag in het vijfde hoofdstuk van zijn boek ‘In alle redelijkheid’.

 

Ik denk dat als wij vanmiddag die vraag stellen hier in Heemse, vooral naar voren komt:

Kun je in deze tijd nog over een hel spreken?

Is de hel niet iets van vroeger. Van een straffende God. Van dreiging?

Zou je tegen iemand die niet gelooft zeggen: als je niet gelooft ga je naar de hel?

We leven in een veel ‘lievere’ tijd.

 

Wanneer we dat zeggen komt ook de vraag op: Hoe is dat te combineren? God is toch liefde.

Hij is toch vooral een steun, Hij helpt je en zorgt dat alles goed komt?

Iemand zei: het is maar een primitief beeld om te geloven dat er een hel is.

Dat God mensen zou straffen. Een eeuwig over zou geven aan de duisternis.

Ik wil best geloven, maar dan in een God die liefde is en je helpt.

 

Tenslotte is er ook de vraag, als we ervan uitgaan dat de hel bestaat,

maakt dat dan niet dat we over anderen oordelen.

Dat je anderen minder vindt, en weg zet? Omdat ze er niet bij horen?

 

Ik hoop dat je door deze preek leert zien hoe de Bijbel echt spreekt over de hel.

Hoe het denken over de hel niet tot angst, maar juist tot liefde en geloof leidt.

Dat je eerlijk naar jezelf leert kijken, maar ook de liefde van Christus ontdekt.

Waardoor je steeds meer liefde gaat tonen voor de ander.

 

[#2] Laten we allereerst dichtbij Jezus, dichtbij de Bijbel blijven.  

Jezus spreekt over de Rijke man en de arme Lazarus.

De rijke krijgt geen naam (dat is veelzegend!), en de arme heet Lazarus (De Heer helpt, al is het een andere Lazarus dan die uit Johannes !!)

Het is een gelijkenis een spiegel verhaal voor onszelf: om naar je eigen hart te kijken.

Eerst hoe Lazarus en de rijke man hier op de wereld met elkaar verbonden zijn:

De rijke man woont in een mooi huis, heeft de duurste kleren aan, leidt een luxe leven.

Hij lijkt de hemel op aarde te hebben met zijn rijkdom. Wat lijkt hij gezegend.

Maar wordt Lazarus bij hem in de steeg gelegd.

Hij leidt hier op aarde een hels bestaan.

Lazarus de bedelaar. Hij heeft niets. De honden likken zijn wonden.

De rijke man ziet niet naar hem, geeft niet om hem. Uiteindelijk sterft Lazarus.  

 

[#3] Professor Huijgen die onlangs een boekje schreef over de hel zegt:

Veel mensen geloven niet meer in de hel, maar ze spreken er wel over.

De hemel hier op aarde maken, momenten dat we genieten … ze zijn er.

Een ondergaande zon, een liefdevol moment samen, een mooie gebaar.  

Maar we zijn er beter in om de hel op aarde te creëren.

Bootvluchtelingen die teruggeduwd worden en verdrinken in de Middellandse Zee.

Hij citeert Secretarisgeneraal van de Verenigde Naties António Guterres:

‘Wij rijden op de snelweg naar de klimaathel met onze voet nog altijd op het gaspedaal.’

Denk aan hoe Hamas joden jong en oud vermoord heeft.

Hoe vele Palestijnen omgekomen zijn door het geweld van Israël.  

Maar ook in het klein kunnen mensen het bestaan voor elkaar tot een hel maken.

In het aardse leven zien we dat gebeuren in wat de rijke man doet.

Hij komt niets tekort, maar sluit zijn hart voor de arme man.

 

[#4] Deze rijke man heeft ook niet het eeuwige leven, al heeft hij het goed.

Hij overlijdt ook en komt voor Gods troon te staan.

Hij moet zich verantwoorden voor zijn leven.

Zijn leven waarin hij alles had, maar de arme Lazarus niet zag staan.

We geloven in een God, die zal oordelen over levenden en doden.

Hij wordt naar de hel gestuurd.

Juist uit deze gelijkenis leren we iets over de hel.

Dit is maar niet een sprookjesvertelling, het is een gelijkenis.

Jezus gebruikt normaal beelden uit de werkelijkheid (schapen, graan, munten),

daarom mag je beste deze beelden gebruiken om aan de hand daarvan iets over de hel te zeggen.

Er wordt verteld: Hij is op de plek waar hij van God gescheiden is.

Hij lijdt grote pijn. Hij zit in de ellende.

Hij is in de vlammen, vlammen die hem niet verbranden, maar wel zorgen dat hij dorst heeft.

Hij lijdt constant onder de straf en de hitte.  

 

[#5] De reden waarom Keller deze tekst over de rijke man en arme Lazarus aanhaalt is deze:

Wanneer de rijke man in de hemel is gaat hij gelijk weer bevelen geven.

De hel die we op aarde maken trekt zich door naar het leven na de dood.

Hij toont geen enkel zelfinzicht en zelfreflectie dat hij misschien fout zat,

maar vindt dat Lazarus hem maar even moet komen helpen.

Waar hij te beroerd was om ook maar wat overbleef van de tafel te laten vallen voor Lazarus,

beveelt hij nu Lazarus om hem te komen dienen.

Laat hem zijn vingers nat maken om mijn tong te komen verkoelen.

De lijn naar de hel is een lijn die in dit leven al ingezet wordt:

Het gaat steeds van kwaad naar erger. Het wordt steeds slechter.

Keller zegt: dat is de aard van het kwaad. Het desintegreert, het maakt kappot, wordt erger.

“Je ziet dat in het klein bij drugs, bij alcohol, bij gokken, bij pornografie.

Het wordt steeds erger. Je hebt steeds meer ervan nodig om dezelfde kick te krijgen.

Het werk verslavend. Je trekt je terug en isoleert je van anderen.

Je gaat anderen beschuldigen en zoekt excuses. Niemand begrijpt mij!

Iedereen is tegen mij roep je uit zelfmedelijden en narcisme.

Het is dus niet zo dat er opeens een oordeel is:

Zo van: iedereen doet een beetje zijn best en het is maar hopen dat het kwartje goed valt.

Het oordeel van God bevestigt een lijn die in leven in gezet wordt.

Een weg zonder God, een leven tegen God, een leven dat het leven niet kent.

Uiteindelijk is de hel met name: het niet bij God zijn.  

het is een weg die hier al gekozen wordt.

Mensen die zich afkeren van God en zijn liefde niet willen kennen.

Zou God hen die keus dan niet serieus nemen?

 

[#6] Juist de hel leert ons om in liefde te leven.

Er zijn mensen die zeggen, als christenen over de hel praten, zetten ze anderen weg.

Dan voel je jezelf beter. Dan denk je dat je bij de groep geredde mensen hoort.

Ondertussen denk je heel slecht over mensen die niet geloven.

Die zijn dan minder waard, die behandel je misschien ook als minderwaardig.

Keller verwijst naar een beschuldiging tegen Rick Warren:

Rick Warren zou misschien wel liefdevol kunnen zijn tegen veel mensen,

maar kunnen de mensen die zijn boeken lezen en in de kerk zitten dat ook zijn?

Krijg je dan geen scherpe tegenstellingen. Een kerk die liefdeloos is voor buitenstaanders?

 

[#7] Wat opvalt is dat vader Abraham in gesprek met de Rijke man hem ‘mijn kind’ noemt.

Er klinkt iets in door van medelijden. Deze man was ook een zoon van Abraham.

Een kind uit het volk van God. Het voelt als een stukje medelijden.

Mijn zoon, mijn kind, je bent hier terechtgekomen, maar ik had je zo wat anders gegund.

De rijke man heeft veel fout gedaan, maar toch spreekt Abraham hem nog aan als kind.

Tegelijk krijgt hij niet een beetje water. Het oordeel is geveld.

 

[#8] Hier blijkt al in: geloof in een oordeel en een hel zet mensen niet zomaar weg.

Het is niet liefdeloos, maar zegt Keller: Juist als je gelooft in het oordeel word je vol liefde.

Hij verwijst naar een boek van Volf. Die heeft meegemaakt hoe in Kroatië de mensen oorlog voerden.

Zoals ook vandaag in Israël en Palestina, in Oekraïne mensen tegenover elkaar staan.

Hoe krijg je het dan uiteindelijk weer goed in deze wereld. Hoe kan er verzoening zijn?

Wanneer je niet gelooft dat God eens zijn oordeel zal geven over het kwaad en de misdaden.

Wanneer God niet straft voor die man die zomaar een kind neerschoot of die vrouw verkrachtte.

Dan heb je altijd het idee dat wij hier de dingen recht moeten zetten. Wraak moeten nemen.

Maar juist wie kan zeggen: ik laat het oordeel aan God. Hij zal het kwaad straffen.

Die kan hier gloeiende kolen op iemands hoofd stapelen, door goed te doen.

Die kan gaan leven in de lijn van het koninkrijk: niet oordelen, want God oordeelt.

Niet terugslaan op dezelfde wang, maar een ongedachte daad van liefde doen:

De andere wang toekeren. Zo kan er hier op aarde vrede en gerechtigheid groeien.

 

[#9] Maar dan komt er nog iets anders in het verhaal. Want de rijke man wil nog iets.

Deze verkoeling in de hel heeft hij niet gekregen. Hij gaat door met bevelen.

Er moet maar een boodschapper naar zijn vijf broers gaan.

Ze moeten waarschuwen voor de pijn en de ellende in de hel.

Het zou niet best zijn als ze daar ook terecht zouden komen.

Maar van vader Abraham mag dan niet.

Er staan genoeg waarschuwingen van Mozes en de profeten in de boeken.

De mensen kunnen het wel weten. Zelfs Johannes de Doper riep op tot bekering.

Maar het volk luisterde niet. Ze gaan door op hun zondige weg en komen niet tot inkeer.

Ja maar, zegt de rijke man, naar iemand die terugkeert uit de dood zullen ze luisteren!

Zie je dat voor je? Denk je dat echt?

Zullen ze echt zeggen: kijk daar komt Lazarus met een brief van onze broer, nu gaan we wel leven met God? Zelfs dan zullen ze niet luisteren zegt Abraham,

want ze hebben ook niet naar Gods boeken geluisterd.

 

Wat een geweldig voorbeeld gebruikt Jezus hier!

Het is al een zinspeling op wat hij later zal doen.

Hij zal zelf neerdalen in het dodenrijk en sterven.

Hij doorstaat de hel en het van God verlaten zijn.

Dan staat hij op uit de dood: verschijnt aan veel mensen.

Komen de Joden dan wel tot inkeer, nemen zij zijn waarschuwingen wel ter harte?

Het eerst dat ze doen is proberen te verhullen dat Jezus uit de dood opstond.

Of er nu een opgestane Heer voor je staat, of dat je het uit de boeken en preken moet horen:

Het gaat erom dat je gelooft.

Zalig zij die niet zien en toch geloven, die hier in het leven al voor Jezus kiezen!

 

[#10] Maar dat brengt ons wel bij het allerbelangrijkste punt over de hel.

Wie van ons zou het verdienen om niet de hel in te gaan. Wie leeft er goed genoeg voor de hemel?

In de Rooms Katholieke Kerk heeft men gepoogd de hel wat minder erg te maken.

Niemand verdient de hemel, maar laat er dan eerst een vagevuur zijn die ons wat reinigt.

Dan hoef je niet te praten over een eeuwige hel, maar een plaats waar je tijdelijk verblijft.

Dan kun je langzamerhand klaargemaakt worden voor een plaats in de hemel.

Maar uiteindelijk neemt dat niet weg dat uit onszelf niemand de hemel kan verdienen.

 

Om te begrijpen dat Jezus voor ons die reiniging en die vergeving heeft verdiend,

En hoeveel dat betekent gebruikt Keller een voorbeeld: stel je voor een vriend past op je huis.

Hij ordent de post en zorgt voor de planten. Als je terug komt heeft hij alles netjes achterlaten.

Je gaat even bij hem langs om te bedanken en hij zegt: ik heb trouwens ook een rekening betaalt.

Je kijkt verbaasd en wil hem hartelijk bedanken, maar hoe dankbaar ben je?

Zeg je dankjewel, geef je een ferme hand, of ben je echt helemaal verbaasd en heb geen woorden?

Dat hangt er dan dus van af hoeveel hij betaald heeft:

Was het een nota van 10 euro of was het die belastingschuld van 10 jaar?

Als het het laatste was dan zou je meer dank voelen dan dat je alleen zegt: bedankt.

 

Zo zou je kunnen zeggen: juist door de hel leer je meer de liefde van Jezus kennen.

Want waar wij uit onszelf op weg zijn naar de ondergang, de eeuwige ondergang.

Heeft God zijn eigen Zoon gegeven. Die heeft maar niet een beetje geholpen.

Maar die heeft heel de schuld van ons leven op zich genomen. Aan het kruis.

Hij is voor ons de hel ingegaan en eeuwige dood. Hij heeft alles voor ons over gehad.

Wat een onmetelijke liefde heeft Hij daarin getoond.

Laten we die liefde aannemen, en laten we dat geloven, zonder dat we dat gezien hebben.

Zodat we niet verloren gaan, maar eeuwig leven hebben.

Laten we die liefde doorgeven, zodat nog velen die liefde mogen aannemen en omarmen.

Laten we dat doen in woorden en daden. Laat ons dankjewel daarin bestaan,

Dat je niet denkt ‘ikke, ikke, ikke’, maar dat je oog hebben voor de Lazarus in jouw buurt.

Amen.

 

Meer licht door aandacht voor de donkere hel? (Artikel Kleintje VGST)

Ds. Dick Dreschler

 

Wie de laatste tijd leest wat er in de theologische wereld wordt gepubliceerd kan eigenlijk niet om het thema ‘de hel’ heen. Arnold Huijgen hield er zijn inaugurele rede voor de Protestantse Universiteit Utrecht over en bereidt een publicatie over de hel voor. Net als zijn boek over Maria roept het al aardig wat reacties en gesprek op in publicaties en podcasts. In deze bijdrage wil ik een paar gedachten over dit thema op een rijtje zetten.

 

Allereerst is het een thema wat vaak wordt vermeden. Je hebt het er niet over. De gemiddelde dominee is al blij als hij op zondag een aantal mensen voor zich heeft zitten die naar de kerk komen om te groeien in geloof en vertrouwen. Hij zal dan niet zo snel met straf, oordeel, hel en verdoemenis aan willen komen. Het is een moeilijk, ingewikkeld en zwaar thema. Toch kan juist zwijgen over de hel ervoor zorgen dat dit thema in bepaalde (kinderlijke) karikaturen, dwaalgedachten en eenzijdigheden benoemd wordt en er allerlei misverstanden over bestaan. Een uitdaging om hier niet over te blijven zwijgen.

 

Daarbij vind ik het boeiend dat Arnold Huijgen in zijn lezing aanknoopt bij de hel op de aarde. “Wij rijden op de snelweg naar de klimaathel met onze voet nog altijd op het

gaspedaal.” citeert hij. Hoe vaak is er van deze aarde niet hel gemaakt. K. Schilder sloot een eeuw geleden in zijn boekje ‘Wat is de hel’ ook aan bij de aardse hel van een toen: de loopgraven, de pogroms, oorlog, verkrachting. Toen moest de hel van Auschwitz nog komen. Iemand zei: het lukt ons niet om de hemel op aarde te creëren, maar des te vaker is er een hel op aarde gecreëerd. Zou er dan na of buiten deze wereld ook niet een hel zijn?

 

Als christen kun je niet om de hel heen. Hel en oordeel worden zelfs in de Apostolische Geloofsbelijdenis genoemd. Over Jezus wordt gezegd: Hij is neergedaald in de hel en Hij zal weerkomen om te oordelen de levenden en de doden. In de kern van het christelijk geloof zit dus iets van een oordeel, wat ook aansluit bij Matteüs 25 waar de Mensenzoon weerkomt en de schapen en bokken scheidt. ‘De rechtvaardigen zullen het eeuwige leven binnengaan, maar de onrechtvaardigen zullen overgegeven worden aan de eeuwige pijn’. Tegelijk is die hel niet ver bij Hem weg gebleven, maar is Hij er zelf in neergedaald. Moet Hij de hel hebben bezocht of ervaren. Door Calvijn zo uitgelegd dat Christus juist in zijn lijden de hel doorgemaakt heeft, waarmee de hel veel meer in het hier en nu wordt getrokken, persoonlijker wordt gemaakt.

 

Wil dat dan zeggen dat gelovigen een beeld van de wereld hebben dat zij alleen gered worden en dat anderen moeten ‘branden in de hel’? Huijgen zegt in de podcast Heilige Grond: ik hield zoveel van Jezus, dat ik tegen mijn buurmeisje zei dat ze dat ook moest doen, anders zou ze naar de hel gaan. Zo zou hij dat niet meer zeggen. Het oordeel is aan God. Jezus komt weer om te oordelen de levenden en de doden. Er is er maar een, Hij die uit liefde naar de wereld kwam, die een oordeel mag en kan vellen. Hoe dat dan gaat en is gaat ons begrip te boven.

 

Wie nadenkt over de hel, denkt daarmee ook na over het kwaad. Over de aller moeilijkste waarom vragen. Over de hel die het soms op aarde kan zijn. Schilder benadrukt dat de hel er niet vanaf het begin was. God maakt de hemel en aarde, en alles was zeer goed. Pas door de val van de engelen, kwam er een plaats waar het kwaad was. De mens luisterde naar de stem van de duivel. Zijn ogen gingen open voor het kwaad. Maar dat kwaad komt dus niet bij God vandaan. Hoeveel vragen er dan ook over blijven, de Bijbel leert geen eeuwige strijd tussen goed en kwaad en ook geen God die goed en kwaad beiden uitdeelt. Wel een God die in Christus het kwaad uiteindelijk overwint en vernietigt.

 

Meest problematisch aan de hel is, dat het niet past in ons moderne wereldbeeld. Wie kan er nu in een hel geloven? Dat is toch achterhaald? Keller legt in zijn boek ‘In alle redelijkheid’ uit dat na de Middeleeuwen, waarin men wel uitging van een hel, zowel de wetenschap als de magie geprobeerd hebben het wereldbeeld te veranderen en aan te passen aan wat voor ons mensen redelijk is. Maar dan stelt hij de vraag: kan het zo zijn dat een gelovige toch een wereldbeeld aanhangt dat door de Bijbel gegeven wordt, of moet het geloof zich aanpassen aan de ‘westerse culturele gevoeligheden?’ Volgens mij een terechte vraag als je nadenkt over of er een hel zou kunnen zijn.   

 

Metafysische en abstracte vragen over de hel zijn misschien goed om over door te bomen op de late uurtjes van de studentenvereniging. Voor velen is duidelijk dat de hel vooral de plaats is waar God niet is (ND 2 sept 2023). Dat kan heel dichtbij komen: als het leven op aarde een lijden is en er eenzaamheid, twijfel en afstand tot God is. Ook dat is goed om te delen. Wie die vragen serieus neemt, ook als het gaat over hoe dat doorwerkt in het nieuwe leven, ziet misschien steeds duidelijker het zwarte van de hel. Of dat het leven zonder God uiteindelijk het grote niets is. Maar tegelijk is er dan ook het contrast. In de Oosters Orthodoxe Kerk krijgt de hel een plek in de icoon van de opstanding waarbij Jezus neerdaalt in de hel en opstaat, de hel overwint. In Openbaring wordt na de val van Babylon en het verdwijnen van de dood en het dodenrijk in de vuurpoel, de hemel op aarde en het Nieuwe Jeruzalem beschreven. Als het de komende tijd vaker over de hel zal gaan, hoop ik dat tegen die donkere achtergrond het licht van de genade en de hemel steeds helderder mag schijnen. Het licht van Gods aanwezigheid.