Handelingen 8 - Ga je mee op reis? Je hoort erbij!
Preek, Aangepaste dienst
Handelingen 8:26-40
[#1] Geliefde gemeente,
Velen van ons gaan deze tijd op reis.
Misschien ben je al weg geweest, er zijn mensen nu weg en sommigen maken plannen.
Even met een groep, met Dit Koningskind, met je familie er tussenuit.
Tot rust komen, andere dingen zien, foto’s maken.
Hoge bergen, mooie uitzichten, de zee, wandelroutes, bijzondere dieren.
Samen plezier beleven bij een zwembad. Je ziet en geniet van nieuwe dingen.
Wat is het fijn als je mee kan op een toegankelijke vakantie:
waar rekening met je wordt gehouden. Als er extra begeleiding is.
Ik mocht al een paar moeite fotoboeken bekijken: van Denemarken en van Israël.
[#2] Vanmiddag komen we een man tegen die ook op reis is.
Het is de kamerheer van de koning van Ethiopië.
Hij was haar minister van financien. Hij zorgde voor het geld in de schatkist.
Hij was helemaal uit Ethiopië naar Jeruzalem gekomen.
Dan moet je wel rijk zijn! Zo’n lange dure reis.
Met een koets, met mensen die voor hem zorgen.
Hij heeft een boekrol gekocht: niet te betalen voor gewone mensen.
Hij is in Jeruzalem geweest: Hij had daar gebeden tot God.
Bijzonder, hè! Een man uit een ver land gaat naar de God van Israël.
Daarvoor heeft hij die lange reis gemaakt. Hij wil ook graag bij die God horen!
Maar zou hij er wel bij horen? Hij ziet er anders uit. Hij is van een ander volk.
Hij is ontmand: gecastreerd omdat hij dan geen gevaar voor de vrouwen in het paleis vormde.
Hij wilde God begrijpen, over Hem lezen, tot Hem bidden.
[#3] Hij gaat misschien wel wat teleurgesteld van Jeruzalem weg.
Hij weet niet of hij er wel bij hoort. Hij begrijpt het allemaal niet zo.
Hij heeft de boekrol gekocht en zit erin te lezen.
Hardop, zoals ze in die tijd deden, om het goed te kunnen begrijpen.
Wat mooi dat hij de reis gebruikt om te lezen:
Soms ben je lang onderweg, in de auto of bus, wandelend of op de fiets: je kunt van alles doen.
Wat is het mooi als je dan mooie liederen op zet of met elkaar zingt of bidt of leest over God.
Dat doet de kamerheer, maar hij snapt niet precies wat hij leest.
‘Als een lam dat naar de slacht wordt geleid deed hij zijn mond niet open’
‘Hij werd vernederd, hem werd geen recht gedaan’.
Wat een moeilijke woorden. Hij zucht. Hij begrijpt het niet.
En wie zou hem kunnen helpen?
Ze zijn op de weg terug, in een verlaten woestijn. Hij zal God wel nooit leren kennen.
[#4] Maar dan staat er opeens iemand langs de weg.
Wat bijzonder dat hier iemand staat! Wat een bijzondere ontmoeting!
Maar deze man komt op hem af en wil hem helpen.
Hij vraagt: begrijp je wat je leest?
De kamerheer zegt: Nee, hoe zou dat kunnen als niemand mij uitleg geeft?
Dan gaat Filippus hem helpen en de dingen uitleggen.
Ze raken in gesprek over het geloof en over de God van Israël.
Daar mag je twee dingen van leren:
God geeft mensen om ons te helpen. We zijn allemaal anders.
Iedereen snapt wel eens iets niet, kan wel eens iets niet.
Zelfs die belangrijke minister had hulp nodig.
En het tweede is: God had Filippus gestuurd: het was maar niet toevallig.
Een engel had gezegd dat Filippus moest gaan helpen.
De Heilige Geest had hem hier naar de verlaten woestijn gebracht.
God stuurt mensen om je te helpen en die hulp mag je dan aannemen.
Het lijkt een toevallige ontmoeting: juist in de vakantie kom je soms mensen toevallig tegen.
Juist als je op reis bent zie je andere mensen:
Momenten waarop je mag praten, delen, elkaar mag helpen.
En misschien ook mag praten over de Here Jezus!
[#5] Want dat is wat Filippus en de kamerheer samen ook gaan doen.
Filippus gaat spreken over de Here Jezus en over het geloof.
Hij vertelde dat dit een oude tekst was van de profeet Jesaja.
Een oude boekrol: maar dat Jesaja al had mogen laten zien hoe Jezus zou komen.
Dat de Here Jezus als een lam gevangen genomen naar het kruis gebracht werd.
Dat Hij daar kwam te hangen voor onze zonden en fouten.
Dat Hij veroordeeld werd, terwijl hij niets fout deed, en stierf aan het kruis.
Dat Hij niet meer op aarde leeft, maar naar de hemel gegaan is en zijn Geest gegeven heeft.
Zoals de Here Jezus het eens aan de Emmaüsgangers uitlegde die het ook niet snapten,
mag Filippus het nu aan de Kamerheer uit Ethiopië uitleggen.
[#6] Nu hoort iedereen erbij. Ook de kamerheer, ook mensen uit andere volken.
Want als ze langs water komen, vraagt die man: wat is er tegen als ik gedoopt wordt?
Dan blijkt dat er niets op tegen is! Hij mag gedoopt worden, want hij leerde Jezus kennen.
God doorbreekt alle grenzen. Iedereen die in Jezus gelooft mag komen.
Dat is Gods grote plan met deze wereld: Hij zoekt de wereld op.
Hij geeft zijn zoon, als een lam. Hij zendt mensen die over Hem willen vertellen.
Hij leert zo dat de kamerheer ook eeuwig leven mag krijgen, liefde van God.
Samen mogen we op weg gaan naar de dag dat we allemaal bij Jezus zullen zijn.
[#7] Zullen we samen op weg gaan? Samen op reis gaan naar Jezus?
En weet je wat het mooie is? Dan hoef je niet lang of ver onderweg te gaan.
Je hoeft niet meer naar Jeruzalem om daar naar de tempel te gaan.
Jezus wil bij je zijn: en als we samen bidden, zingen, bijbellezen en trouw naar de kerk gaan,
dan maken we die reis van God. Met jong en oud, man en vrouw, snel of langzaam, groot of klein.
Dat is de belangrijkste reis die er is: Ga je mee op die reis met Jezus?
Weet je wat het mooie is?
Hij zegt: Ik ga zelf met je mee op weg naar een nieuwe hemel en nieuwe aarde.
Amen.
Recente preken
- Zondag 48 - ‘Is Jezus er wel? Bid om zijn koninkrijk in een gebroken wereld!’
- Jeremia 1 - Geroepen om tot zegen te zijn!
- Efeze 5:8 - Met Gods zoon naar een leven stralend als de zon!
- Handelingen 9:17 - Laat het licht van God in je leven schijnen!
- Titus 3:8 - Gods goedheid spoort je aan, vol van hoop, het goede te doen!
- Jozua 1 - God belooft dat Hij meegaat! (nieuwjaar)
- Titus 2 - Gods genade is verschenen en zal schijnen. Schijn nu Gods licht!
- Hosea 11:8b - Proef de liefde van Gods vaderhart
- Jesaja 40:1,2 Genade, een cadeau van God, voor jou en zelfs voor mij! (1e advent)
- 1 Korinte 15:55 - Dood waar is je overwinning? Dood waar is je angel?
