Genesis 12 - Op reis met God! (kinderdienst / aangepaste dienst)

Preek Heemse, Kinder/aangepaste dienst

Tekst: Gen 12 / Hebr 11

 

Geliefde gemeente,

[#1 op reis!] Is het leuk om een lange reis te maken, naar een onbekend land?

Ik keek gisteren een filmpje van de NOS. Mensen bleven liever dicht bij huis.

Een man zei: in andere landen heb je bosbranden, overstromingen en is het boven de 40 graden.

Ja, als iets ver weg is, weet je niet hoe het zal zijn. Er kan van alles gebeuren.

Wat als je daar ziek word? Als er een ongeluk gebeurt?

Een oudere zei tegen mij: mooi als de kinderen op vakantie zijn,

maar nog mooier als ze weer veilig terug zijn.  

Anderen vinden het juist wel leuk om avontuurlijk ver weg te zijn.

Hoe vind je het zelf om op reis te gaan. Leuk? Andere dingen zien.

Genieten van samen eten, van kamperen of een huisje.

Of is het ook wel eens een beetje spannend. Hoe zal het gaan?

[#2] He kijk, daar gaat Abram. Hij gaat met Sara op reis.

Hij heeft een hele stoet pakezels en kamelen achter zich aan.

Ze hebben meegenomen wat ze mee konden nemen:

Aan de kamelen bengelen de keukenspullen en de grote tenten.

Ze hebben vee mee, en knechten. En eten en genoeg drinken.

Langzaam trekken ze van plaats naar plaats.  

Door de bergen, door de woestijnen, door de wildernis.

Abram gaat ook een reis maken. Hij heeft de stem van God gehoord.

Abram, verlaat je land. Verlaat je familie. Verlaat je clan. Verlaat je volk.

Alles moet hij loslaten en achter zich laten. Alles was bekend is.

Hij moet een reis gaan maken naar … ja dat weet hij nog niet.

God zal zelf de weg wijzen. Abram vertrouwt: ik moet veel achterlaten,

maar God zal mij geven wat ik nodig heb, dit is zijn plan!

[#3 Hij houdt de wereld in zijn handen]

Het is spannend voor Abram en Sara. Reizen kan spannend zijn.

Maar Abram had de stem van God gehoord. Hij geloofde in God.

God was niet alleen waar hij vertrokken was.

Dat geloofden de mensen daar: dat er allemaal godjes waren.

Elk land zijn eigen god. Gevangen in een beeld.

Maar God is veel groter. Hij is God van heel de wereld.

Er is maar één God, maar die is machtig. Hij kan altijd voor je zorgen.

Hij kan altijd met je meegaan.

Zijn plan met jou staat vast.

Hebreeën zegt: van Abraham mag je leren wat vertrouwen is.

Abram is een voorbeeld van geloof en vertrouwen.

Hij ging op reis.

Hij vertrouwde zo op God dat Hij wist dat God het goed zou maken.

[#4 vertrouw jij op God] Durf jij zo op God te vertrouwen? Als je op reis gaat?

Als je dingen meemaakt tijdens je levensreis?

Als er verdriet is, als je ergens anders gaat wonen, als school of werk anders gaan.

Als je uit je evenwicht wordt gebracht. Als je teleurgesteld bent in een ander?

Geloof je dan dat God je zal leiden, en met je mee zal gaan?

Bid je dan ook: Heer wijs mij de weg? De weg die goed is?

[#5 Gods plan staat vast] Weet je waarom je daar altijd op mag vertrouwen?

Als God gezegd heeft: Abram verlaat je land, verlaat je stam.

Verlaat dat volk dat knielt voor godenbeelden en godjes.

Dan zegt Hij: Ik wil je zegen geven en het goed maken. Jij zal een groot volk worden.

Een van jouw achterkleinkinderen zal de verlosser zijn.

Door Hem zullen alle mensen, alle volken van de aarde gezegend zijn.

God heeft zijn plan gehouden: heel veel later is Jezus Christus gekomen.

Hij is de redder van de wereld. Hij verliet de hemel om ons naar ons doel te brengen.

Hoe spannend, onbekend iets ook kan zijn. Hoe onzeker je ook kan zijn.

Gods plan staat vast: Hij zal je naar je doel brengen.

[#6 Een altaar] Als Abram in het land komt, ziet hij al die mooie plekken van Israël.

De heuvels, de wijngaarden, de olijven, het vruchtbare land.

Zie je zelf wat God je geeft: hoe mooi zijn schepping is. In vogels, in landschappen, in dieren?

Wat is Abram dankbaar dat hij hier mag wonen. Hij vouwt zijn handen.

Hij dankt de Heer, zijn God, voor al het goede dat God geeft.

Er staat Hij bouwt een altaar en God spreekt weer met Hem.

Bij alles wat er veranderd is, is dat gebleven: God gaat met hem mee.

[#7 eindelijk thuis] Ons bestaan is hier een reis, soms nog onzeker.

Maar we zijn op reis naar de stad van God, zoals het lied van de Doekesschool zegt.

Dat staat er in Hebreeën ook bij. Noach moest een ark bouwen. Abram moest op reis.

Maar straks mogen ze wonen in de stad die altijd blijft, niet meer zoeken, niet meer onzeker.

God gaat zijn weg met deze wereld. Zijn plan staat vast.

Wij mogen genieten van het mooie van de schepping, dichtbij of verder weg.

Je mag ook blij zijn als je weer veilig thuis gekomen bent van een reis.

Je eigen bed, je eigen spullen, je vertrouwde plaats.

Tijdens de reis ontvangen we aanwijzingen: luister naar de stem van God.

Zorg goed voor de schepping, voor je naaste, en heb bovenal God lief.

Je kunt Gods stem niet horen, maar leef bij een open bijbel en vraag God om de weg.

Dan wijst God je de weg door zijn Geest, en eens klinkt er dan,

Als we aankomen in Gods huis. Bestemming bereikt. Dan ben je eindelijk thuis! Amen