1 Kronieken 29:9 - Alles is van U - Dankbaar geven wij terug

Preek Heemse Dankdag 2024

Tekst: 1 Kronieken 29:9-20

 

Jongens en meisjes,

[#1] Vanmorgen kwamen mijn kippen blij naar me toe, toen ik voer gaf.

Vogels worden blij als ze iets krijgen: vrolijk pikken ze de pinda’s weg.

Wanneer je zelf iets ontvangt, ben je dankbaar en blij.

Maar is het ook leuk om iets aan een ander te geven? Geef je dankbaar terug?

 

Voor de kinderdienst gebruikte ik het voorbeeld dat een kind iets koopt voor zijn moeder.

Eerst geef je als ouder het kind geld, en van dat geld geeft het dan iets terug.

Dat kun je vergelijken met wat wij doen met onze hemelse Vader.

Eigenlijk kun je zeggen dat alles van de Here God is.

Als we vandaag iets geven, dan kun je zeggen: blij geven we terug aan God.

We betalen God onze dank: we zingen voor Hem, doen geld in de collecte.

We geven geld voor Stichting ‘De Brug’.

God is blij als we geven, en de mensen in Cambodja zijn ontzettend blij.  

Zo kun je zelf ook blij worden als je goed voor Gods schepping zorgt:

Voor je huisdieren, je hond of je poes, voor de bloemen en planten en voor de vogels.

 

[#2] In de tekst lezen we over de troonswisseling in Israël. David was koning,

Salomo wordt koning. Een plechtig moment en grote groepen mensen zijn op de been.

David kijkt terug: de herdersjongen werd Koning. David veel van God gekregen.  

Toen hij begon was het land Israël was maar klein, er was oorlog.

David moest veel vechten, maar hij kreeg steeds meer vrede. Hij werd heel rijk en machtig.

Hij heeft zoveel van God gekregen, hij houdt zoveel van God, dat hij God terug wil geven.

Hij wil een tempel, een huis voor God bouwen. Die wil hij ook heel mooi maken.

Al van verre moet je die tempel kunnen zien liggen als je Jeruzalem nadert.

Met goud, met edelstenen, met zilver en hout.

Maar … David mag de tempel niet bouwen. God zegt: hij hebt bloed aan je handen.

Je hebt zoveel mensen gedood in de oorlog, het past niet dat hij een tempel bouwt.

Maar gelukkig mag zijn zoon Salomo wel een tempel bouwen.

Die tempel zal stralend, schitterend, gaaf, mooi worden!

Dus zegt David: ik heb veel gekregen, ik ga wel veel aan God geven.

Kijk daar liggen goudstaven, en daar het zilver.

Wat een schitterende edelstenen hebben mensen geschonken.

Wat een koper en ijzer was er nodig voor het huis.

Wat zullen daar straks mooie gereedschappen en meubels van gemaakt worden.

Wat zal de tempel versiert worden en opgeknapt,

wat een schitterende lampen zullen daarvan gemaakt kunnen worden.

Wat is het mooi dat God zo geëerd kan worden en dat Salomo dit materiaal krijgt.

En dan spoort hij de mensen aan om te geven. Hij vraagt: wie wil vandaag geven?

En dan geven de mensen ook veel, allemaal vrijwillig: edelstenen, zilver, goud.

Bij elkaar wel 10 miljard euro.

Men wist dat men alles van God had gekregen.

Daarom wilden ze aan God geven. Zo kan Salomo straks een schitterende tempel bouwen.

 

[#3] Als je teruggeeft aan God doe je dat hopelijk zelf ook met een blij hart.

Dat je iets in de collecte mag doen voor de kerk. Dat je de givt-app invult.

Dat je iets doet voor een ander, bijv. door de schoenendoosactie of voor de Brug.

Kijk eens om je heen wat je allemaal krijgt van God.

Als je gezond bent, als je een dak boven je hoofd hebt, als je geld ontvangt om van te leven. Als je werk hebt. Kijk eens naar hoe God alles deed groeien: het fruit, de groenten, het gras en het maïs. Kijk eens in wat voor welvarend land we leven.

Maar kijk ook eens naar je fiets, je auto of je huis. Ja, ik weet: er zijn ook dingen die we missen, die we juist niet hebben. Maar ik vraag nu: kijk naar wat je wel hebt.

Kun jij, kunt u ook wel eens oogsten in uw werk?

Wat zijn die dingen één voor één geschenken van God, bewijzen van zijn genade en zijn zorg. Een teken dat Hij zijn belofte waarmaakt: ik zal je mij zegen geven.

Noem maar op wat je allemaal krijgt, niet om jezelf groot te maken en te zeggen:

dit ben ik, dit kan ik en dit heb ik. Wat ben ik goed.

Maar om te zeggen: Heer, wat moet u groot zijn als die alles van U komt,

wat bent U rijk en machtig. Ik wil uw naam groot maken, om wat u hebt gegeven!

Dat niet alleen in dingen die je hebt, die je aan kan raken.

Want ook als je verdrietig bent, als je een geliefde verloren hebt, ziek geweest bent,

veel hebt moeten missen, in de problemen zit.

Ontdek dan ook de mensen die God om je heen geeft,

de verzorging die geboden kon worden, en vooral de troost die God wil geven.

Wat een geestelijke rijkdom geeft God: als je door zijn genade zijn kind mag zijn,

dat Hij zijn Zoon gaf voor u en jou en mij,

om onze zonden en tekorten te vergeven.

Om ons vrede en nieuw leven te geven. Alle eer aan God!

Wat is er mooier dan dat iets mag geven voor de kerk van de Heer.

Iets in de collecte voor de arme mensen of voor waar oorlog is.

Of dat je iets geeft met je stem: dat je God prijst om de mooie schepping, om de vogels.

Om de planten, om het eten dat gegroeid is, voor alles wat Hij geeft!

 

[#4] We kunnen aan God geven. Maar hoe geef je dan aan God?  

Misschien zeg je: ik heb helemaal niet zoveel gekregen. Wat moet ik dan geven?

Ik heb juist veel ziekte en tegenslag meegemaakt. Last gehad van het natte voorjaar.

Of misschien heb je helemaal niet zoveel zin om geld aan de kerk of aan een ander te geven.

Baal je ervan dat je dan minder geld op je rekening staat of dat je iets niet kan kopen.

Misschien vind je het een lastige dankdag, omdat je veel bent kwijtgeraakt.

Een ander voelt ook wel als je iets geeft, maar dat je het eigenlijk met tegenzin doet.

Wat als je niet zoveel hebt? Het gaat er niet om hoeveel je geeft.

Op een dag zag Jezus een oude vrouw een muntje geven in de collecte.

Daarna kwam een rijke man die betaalde heel veel geld.

Voor hem was het niet zo moeilijk. Hij kon makkelijk wat missen!

Maar Jezus zei: kijk eens naar die vrouw, ze had heel weinig, en toch gaf ze!

Het gaat om je hart. Geef je omdat het moet, of omdat je wilt.

Hier staat: het volk brengt zijn gaven met vreugde. Want het kwam uit hun hart!

Daarom kun je er blij van worden, als je iets geeft!

Blij geven we terug: dat woordje blij is vandaag heel belangrijk.

Daarom geven we in de kerk ook VVB: Vrijwillige Vrolijke Bijdrage.

Je wordt er blij van als je God, de ander blij kan maken.

Als je de natuur, de dieren of vogels kan helpen.

Als je voor God mag zingen, de schepper van deze wereld.

[#5] We gaan nog een stapje verder: waarom geeft David?

Hij had kunnen denken: zie mij eens goed zijn.

Ik heb de vijanden verslagen, ik heb nu rust en we hebben veel land en spullen.

Ik heb er mijn best voor gedaan. Maar dat zegt David niet: Hij zegt: Alles is van God!

Want van U is het koninkrijk, en alles in de hemel en op de aarde (vers 11).

Wat wij dus geven, komt eerst uit uw hand. We kregen het van U (vers 14).

Al deze rijkdom, het goed en de edelstenen, het komt van U en we geven het U (vers 16)!

Alles is voor u bestemd.

[#6] Bij de vogels kun je dat goed zien: God zorgt voor de vogels.

Ze zaaien niet, ze maaien niet, ze houden geen dankdag: en toch komt het goed.

Ze maken zich nooit zorgen, God zorgt voor hen: ze zijn kostbaar in zijn handen.

God voedt ze en zorgt dat ze eten krijgen.  

Wat wij krijgen komt ook uit Gods hand: je adem, je eten, je school, je cadeaus.

God heeft alles gemaakt. Hij is de grote schepper van alle dingen.

Hij zorgt dat je kan werken, zo mag je leren dankbaar te zijn.

Hoe meer je ziet dat je het van God krijgt, hoe dankbaarder je wordt.

[#7] Soms heb je zorgen. Weet u: David vindt het ook wel een beetje spannend!

Hij is oud geworden, hij gaat straks weg, en wat gebeurt er met alle spullen?

Zullen ze de tempel bouwen? Zullen ze God trouw blijven en Hem vasthouden?

Hij bidt dat Salomo altijd zich aan Gods wetten mag houden.

De tempelburcht mag bouwen. Toch werd die tempel later verwoest …

David zegt: we zijn maar vreemdelingen hier op aarde. We zijn als een schaduw.

Ook de vogels gaan een keer dood, wij leven niet altijd, en maken onze fouten.

We zorgen niet altijd goed voor de schepping. De tempel werd verwoest om de zonden.

Het volk vergat God, ze waren niet trouw aan de Heer, ze gaven niet meer aan Hem.

Maar let dan op het grootste geschenk van Gods liefde. God gaf zijn eigen zoon.

Jezus Christus kwam voor onze zonden. Hij geeft ons eeuwig leven in zijn rijk.

Hij is onze koning. Ook al krijgen we veel: Het belangrijkste is dat Jezus zal een nieuw rijk brengen: dat geeft ons nog veel meer! Daarvoor zijn we het meest dankbaar!

Dan mogen we nog meer met blijdschap terug geven. Doe je mee?

Amen